Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen in Vlaanderen; 1999/'00

Onderzoek
V. Provoost
F. Cools
F. Mortier
J. Bilsen
J. Ramet
Y. Vandenplas
L. Deliens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:377-82
Abstract
Abstract
Sluiten
Medical end-of-life decisions in neonates and infants in Flanders, Belgium; 1999/2000

To determine the number of medical end-of-life decisions in critically ill neonates and infants in Flanders, Belgium.

Design

Retrospective.

Method

A death certificate study on all deaths of neonates and infants in the whole of Flanders was carried out over a 12-month period (August 1999-July 2000). An anonymous questionnaire was sent by mail to the attending physician of each of the 292 children who died under the age of 1 year. All physicians who had attended at least one death during the study period were included in an attitude study.

Results

A total of 253 (87) of the 292 questionnaires were returned and 121 (69) of the 175 physicians involved completed the questions on attitude. An end-of-life decision had been possible in 194 (77; 95 CI: 70.4-82.4) of the 253 deaths for which questionnaires were returned, and such a decision was actually made in 143 cases (57; 95 CI: 48.9-64.0). Lethal drugs were administered in 15 of 117 early neonatal deaths and in 2 of 77 later deaths (13 versus 3; p = 0.018). The attitude study showed that 69 (58; 95 CI: 48.1-66.5) of the 120 physicians supported a change in the law making life-termination possible in some well-defined cases.

Conclusion

The death of neonates and infants was commonly preceded by an end-of-life decision in Flanders. The type of decision varied substantially according to the age of the child. The majority of physicians involved, favoured legalization of the use of lethal drugs in some well-defined cases.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:377-82

Samenvatting

Doel

Inventariseren van medische beslissingen rond het levenseinde van ernstig zieke pasgeborenen en zuigelingen in Vlaanderen.

Opzet

Retrospectief.

Methode

Een sterfgevallenonderzoek werd uitgevoerd voor alle sterfgevallen bij pasgeborenen en zuigelingen in Vlaanderen gedurende 12 maanden: augustus 1999-juli 2000. Een anonieme vragenlijst werd per post gestuurd naar de betrokken artsen voor alle 292 kinderen die stierven vóór de leeftijd van 1 jaar. Bij alle artsen die minstens 1 sterfgeval meldden in de periode van dit onderzoek, werd een attitudeonderzoek verricht.

Resultaten

Van de 292 vragenlijsten werden er 253 (87) volledig ingevuld teruggestuurd. Het attitudeonderzoek werd ingevuld door 121 (69) van de 175 artsen. Een beslissing rond het levenseinde was mogelijk geweest bij 194 (77; 95-BI: 70,4-82,4) van de 253 sterfgevallen, en werd genomen bij 143 gevallen (57; 95-BI: 48,9-64,0). Letale middelen werden toegediend bij 15/117 vroeg-neonatale sterfgevallen en bij 2/77 sterfgevallen in latere fasen (13 versus 3; p = 0,018). De attitudestudie wees uit dat 69 (58; 95-BI: 48,1-66,5) van de 120 artsen voorstander waren van het aanpassen van de wet, zodat levensbeëindiging in sommige gevallen mogelijk zou worden.

Conclusie

Het levenseinde van pasgeborenen en zuigelingen wordt in Vlaanderen frequent voorafgegaan door een beslissing rond het levenseinde. Het type van de beslissing varieert substantieel naargelang de leeftijd van het kind. De meeste bevraagde artsen waren voorstander van een wetswijziging met betrekking tot het gebruik van letale middelen in bepaalde gevallen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:377-82

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 7 2006

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:377-82
Vakgebied
Kindergeneeskunde
Onderwijs en Methodologie
Auteursinformatie

Vrije Universiteit Brussel/Academisch Ziekenhuis, Laarbeeklaan 103, B-1090 Brussel, België.

Afd. Pediatrie: hr.dr.F.Cools, neonatoloog; hr.prof.dr.Y.Vandenplas, kinderarts.

Universiteit Gent, Centrum voor Bio-ethiek, Gent, België.

Hr.prof.dr.F.Mortier, filosoof.

Universitair Ziekenhuis, Antwerpen, België.

Hr.prof.dr.J.Ramet, kinderarts (tevens: Koningin Paola Kinderziekenhuis, Antwerpen).

Contact Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde: mw.dr.V.Provoost, filosoof; hr.dr.J.Bilsen, gezondheidswetenschapper; hr.prof.dr.L.Deliens, socioloog (luc.deliens@vub.ac.be)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties