Matig resultaat van de behandeling van femurschachtfracturen bij kinderen door intramedullaire fixatie

To evaluate the results of treatment of femoral shaft fractures in children with intramedullary nailing.

Design

Retrospective.

Setting

Department of Surgery, University Hospital Utrecht, Department of Paediatric Surgery, Wilhelmina Children's Hospital, Utrecht.

Method

Between 1982 and 1993, 27 femoral shaft fractures in 27 patients under the age of 16 were treated by intramedullary nailing. The charts and radiographs of these patients were reviewed and 24 patients were seen for follow-up examination (mean 7.5 years). Leg length was measured radiographically and anteversion of the affected and normal femora was determined by a standard computed tomography (CT) study.

Results

The average hospital stay was 34 days. There were no postoperative complications. At follow-up 10 patients had a leg length discrepancy < 1 cm and a rotational deformity < 10°. Three patients had a shortening of the injured leg > 1 cm (max. 1.7 cm), in 6 patients the injured leg was more than 1 cm longer (max. 3.5 cm).The difference in rotation between fracture side and unaffected side was > 10° in 9 patients. In 6 patients this was due to increased exorotation (max. 22°) and in 3 patients to increased endorotation (max. 27°). Iatrogenic injury of the epiphyseal line was not seen.

Conclusion

Regarding leg length differences and rotational deformities intramedullary nailing was not superior to the known results of conservative treatment. The indication for operation should be carefully considered and during an operation there should be perfect control of reduction.

Samenvatting

Doel

Evaluatie van de met intramedullaire fixatie behandelde femurschachtfracturen bij kinderen.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Academisch Ziekenhuis Utrecht, afdeling Chirurgie, en Wilhelmina Kinderziekenhuis, afdeling Chirurgie, Utrecht.

Methode

In de periode 1982-1993 werd bij 27 patiënten, jonger dan 16 jaar en met evenzovele femurschachtfracturen, osteosynthese verricht met behulp van intramedullaire fixatie. Van deze patiënten werden de statussen en de röntgenfoto's geanalyseerd; bij 24 patiënten werd een naonderzoek verricht dat bestond uit anamnese en lichamelijk onderzoek. Tevens werd de beenlengte radiologisch gemeten en een mogelijk ontstaan rotatieverschil beoordeeld door de anteversiehoek van beide femora te vergelijken met CT.

Resultaten

De gemiddelde opnameduur was 34 dagen. Er traden geen postoperatieve complicaties op. In totaal waren er 10 patiënten met een beenlengteverschil < 1 cm en een rotatieverschil < 10°. Drie patiënten hadden een verkorting van het getroffen been > 1 cm (maximaal 1,7), 6 een verlenging > 1 cm (maximaal 3,5). Het rotatieverschil ten opzichte van het gezonde been was bij 9 patiënten > 10°, bij 6 van hen door toegenomen exorotatie (maximaal verschil: 22°) en bij 3 door toegenomen endorotatie (maximaal verschil: 27°).

Conclusie

De winst van intramedullaire fixatie van een femurschachtfractuur bij kinderen was zeker wat betreft standafwijkingen gering. De operatie-indicatie dient met terughoudendheid gesteld te worden. Bij een operatie moet een perfecte controle van de (rotatie)stand plaatsvinden.