Mannelijke subfertiliteit, moderne voortplantingstechnieken en het doorgeven van genetische afwijkingen

Klinische praktijk
J.J. de Vries
G.C.M.L. Christiaens
C.J.M. van der Sijs-Bos
R.J. van Kooij
M. Kortman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:1138-41
Abstract

Samenvatting

– In somatische cellen van mannen met azoö- of oligozoöspermie (spermadichtheid < 20 miljoen zaadcellenml) worden verhoogde percentages chromosomale afwijkingen gevonden. Bij subfertiele mannen met een normaal somatisch karyogram is aneuploïdie in sperma toegenomen. Dit levert risico's op voor het nageslacht bij toepassing van intracytoplasmatische spermainjectie (ICSI).

– Bepaalde genmutaties op het Y-chromosoom veroorzaken ernstige oligo- of azoöspermie en zullen, indien reproductie door middel van ICSI slaagt, voor 100 aan de mannelijke nakomelingen worden doorgegeven. Dit geldt ook, ongeacht het geslacht van het kind, voor het doorgeven van mutaties die de oorzaak zijn van cystische fibrose.

– In niet-aselecte groepen van zwangerschappen die zijn ontstaan na ICSI worden hogere percentages de novo geslachtschromosomale afwijkingen gevonden dan verwacht. Tevens vindt men verhoogde percentages paternaal overgeërfde structurele autosomale afwijkingen. De gegevens zijn echter nog niet extrapoleerbaar.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Gynaecologie en Obstetrie, Utrecht.

Mw.J.J.de Vries, assistent-geneeskundige (thans: Diaconessenhuis, afd. Gynaecologie, Bosboomstraat 1, 3582 KE Utrecht); mw.dr.G.C.M.L. Christiaens en mw.M.Kortman, gynaecologen; dr.R.J.van Kooij, klinisch embryoloog.

Klinisch Genetisch Centrum, Utrecht.

Mw.C.J.M.van der Sijs-Bos, klinisch geneticus.

Contact J.J.de Vries

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties