Luxatie van totaleheupprothese; risicofactoren en behandeling

Klinische praktijk
M. van der Grinten
J.A.N. Verhaar
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:286-90
Abstract

Samenvatting

- Van de primaire totaleheupprothesen luxeert 0,4-8,7. Na revisie luxeert 5-20.

- Het risico van luxatie is groter bij een hogere leeftijd, vrouwelijk geslacht, comorbiditeit en overmatig alcoholgebruik.

- Voor de operatietechniek zijn de benadering van de heup en de ervaring van de chirurg van belang. De anterieure benadering geeft de minste luxaties, maar een nadeel van deze benadering is dat patiënten na de operatie vaker mank lopen.

- Ook het gekozen implantaat beïnvloedt de luxatiekans. Naarmate de kop kleiner is, moet de hals smaller zijn. Verder moet het femur niet te dicht bij het bekken komen te staan. Eventueel kan men een cup gebruiken met aan de achterzijde een verhoogde rand.

- De behandeling van een eerste luxatie is doorgaans conservatief en bestaat uit het geven van leefregels. Een abductiebrace kan voorgeschreven worden indien verwacht wordt dat de patiënt zich niet aan de leefregels zal (kunnen) houden.

- Bij recidiverende luxaties is revisie van de prothese vaak de enige oplossing.

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, afd. Orthopedie, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Mw.M.van der Grinten, assistent-geneeskundige; prof.dr.J.A.N.Verhaar, orthopedisch chirurg.

: mw.M.van der Grinten

(vandergrinten@ortd.azr.nl).

Contact (vandergrinten@ortd.azr.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties