Landelijke variatie in moleculaire diagnostiek bij gemetastaseerde longkanker

Onderzoek
Chantal C.H.J. Kuijpers
Michel M. van den Heuvel
Lucy I.H. Overbeek
Henk-Jan van Slooten
Anne S.R. van Lindert
Ronald A.M. Damhuis
Stefan M. Willems
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D1607
Abstract

Samenvatting

Doel

Het doel van deze studie is op landelijk niveau vaststellen of er bij patiënten met gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) adequaat getest wordt op EGFR -mutaties en ALK -herschikking, omdat doelgerichte therapie afgestemd wordt op de uitslag van deze moleculaire diagnostiek.

Opzet

Retrospectief cohortonderzoek.

Methode

Gegevens van alle patiënten met gemetastaseerd, niet-squameus NSCLC met diagnosejaar 2013 of 2015 werden verkregen uit de Nederlandse Kankerregistratie en gekoppeld aan de landelijke pathologiedatabank (PALGA). Met informatie uit PALGA bepaalden we welk percentage van de tumoren getest was op EGFR - of KRAS -mutaties en ALK -herschikking, identificeerden we variabelen die samenhangen met het uitvoeren van moleculaire diagnostiek en onderzochten we de verschillen tussen 48 laboratoria.

Resultaten

6619 patiënten werden geïncludeerd (2013: n = 3195; 2015: n = 3424). In 2013 werd een EGFR - of KRAS -test uitgevoerd op gemiddeld 73,1% van de tumoren (spreiding tussen laboratoria: 30,6-91,7%); in 2015 was dit 78,9% (40,0-91,0%). Op 49,5% van de tumoren zonder EGFR - of KRAS -mutaties werd in 2013 een ALK -test uitgevoerd (spreiding tussen laboratoria: 6,3-100%) en in 2015 op 77,4% (32,5-100%). In 2015 voerden respectievelijk 6 en 7 laboratoria statistisch significant minder EGFR -testen en ALK -testen uit dan het landelijke percentage.

Conclusie

In 2013 werd nog niet optimaal getest op EGFR - en KRAS -mutaties en met name niet op ALK -herschikking. In 2015 werd significant vaker een EGFR - en ALK -test uitgevoerd. Ondanks deze stijging blijft in een aantal laboratoria en ziekenhuizen verbetering mogelijk, aangezien nog steeds een deel van de patiënten niet werd getest en dus bij voorbaat geen doelgerichte therapie kan krijgen.

Auteursinformatie

UMC Utrecht. Afd. Pathologie: dr C.C.H.J. Kuijpers, onderzoeker; dr. S.M. Willems, patholoog (beiden tevens: Stichting PALGA, Houten). Afd. Longgeneeskunde: dr. A.S.R. van Lindert, longarts. Radboudumc, afd. Longgeneeskunde, Nijmegen: prof.dr. M.M. van den Heuvel, longarts. Stichting PALGA, Houten: dr. L.I.H. Overbeek, onderzoeker. Symbiant Pathology Expert Centre, Alkmaar: dr. H.J. van Slooten, patholoog. Integraal Kankercentrum Nederland, Utrecht: dr. R.A.M. Damhuis, arts-onderzoeker.

Contact C.C.H.J. Kuijpers (c.c.h.kuijpers@umcutrecht.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: dit onderzoek werd gesponsord door Roche, Pfizer en AstraZeneca, maar zij hadden geen invloed op de opzet, analyses en rapportage. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

Koos Koole, Felix Broekhuizen, Ellen de Weger en Charlotte Steenbrink hielpen bij het verzamelen van de gegevens uit de
pathologieverslagen.

Auteur Belangenverstrengeling
Chantal C.H.J. Kuijpers ICMJE-formulier
Michel M. van den Heuvel ICMJE-formulier
Lucy I.H. Overbeek ICMJE-formulier
Henk-Jan van Slooten ICMJE-formulier
Anne S.R. van Lindert ICMJE-formulier
Ronald A.M. Damhuis ICMJE-formulier
Stefan M. Willems ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties