Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een student met plotselinge hoofdpijn

Klinische praktijk
R. Saxena
W.P. Vandertop
G.L.E. Küppers
J.C. van Swieten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:741-5
Abstract

Opzet van dit artikel

- De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Ook het commentaar dat aan een ‘ervaren clinicus’ (die niet bij de patiënt was betrokken) werd gevraagd, is onveranderd weergegeven. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie.

ziektegeschiedenis

Patiënt A, een man van 18 jaar, werd gezien op de afdeling Spoedeisende Hulp in verband met algehele malaise en hoofdpijn. Patiënt had drie weken eerder tijdens de slaap plots heftige hoofdpijn gekregen, wat gepaard ging met misselijkheid en braken. Hij was op dat moment in de VS, alwaar hij verbleef in verband met zijn studie. De hoofdpijn ging na een week over in nekpijn. Hij at en dronk bijna niet meer en zou volgens eigen zeggen 20 kg zijn afgevallen. Verlammingsverschijnselen hadden zich niet voorgedaan. Hij werd gedurende één dag in een ziekenhuis opgenomen, waar hij gerehydreerd werd. Vervolgens keerde hij op…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Afd. Neurologie: mw.R.Saxena, assistent-geneeskundige; dr.J.C.van Swieten, neuroloog.

Afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde: G.L.E.Küppers, assistent-geneeskundige.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Neurochirurgie, Amsterdam.

Prof.dr.W.P.Vandertop, neurochirurg.

Contact mw.R.Saxena (saxena@neur.azr.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, april 2000,

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het artikel van Saxena et al. (2000:741-5), waarin de ziektegeschiedenis wordt beschreven van een patiënt met intracraniële complicaties ten gevolge van een pansinusitis. Naar aanleiding van de gepresenteerde casus wil ik de volgende kanttekeningen plaatsen.

Hoewel intracraniële complicaties van rinosinogene en otogene oorsprong veel minder frequent voorkomen dan in het preantibioticatijdperk, blijven de morbiditeit en sterfte relatief hoog.1 In een retrospectief onderzoek betreffende neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen bleken vroegtijdige herkenning en adequate chirurgische behandeling van eminent belang te zijn ten aanzien van morbiditeit en sterfte.1 Persisterende koorts en hoofdpijnklachten presenteerden zich als vroege alarmsymptomen, welke voorafgingen aan de meer specifieke symptomen van intracraniële complicaties.

De behandeling van rinosinogene en otogene intracraniële complicaties dient vrijwel zonder uitzondering te bestaan uit acute chirurgische interventie ter verwijdering van het primaire infectiefocus en eventuele behandeling van de intracraniële complicatie, alsmede uit de intraveneuze toediening van breedspectrumantibiotica. Zoals ten overvloede wordt geïllustreerd in de beschreven casus, leidt conservatieve behandeling slechts zelden tot een bevredigend resultaat en deze kan zelfs bijdragen tot een prognostisch ongunstige toename van het tijdsinterval tussen de eerste symptomen en het begin van een doeltreffende behandeling.

F.W.J. Albers
Literatuur
  1. Albers FWJ. Complications of otitis media: the importance of early recognition. Am J Otol 1999;20:9-12.