Kleine kwalen in de huisartsgeneeskunde; smetten onder de borsten

Klinische praktijk
H.J. van Duijn
J.D. Mulder Dzn.
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1842-3

De huisarts ziet regelmatig smetten van de huid onder de borsten van volwassen vrouwen (intertrigo submammaria); soms bestaan hierover klachten, soms wordt de aandoening ontdekt bij lichamelijk onderzoek. Vaak wordt deze kwaal verzwegen en pas ontdekt bij lichamelijk onderzoek omdat de patiënte zich ervoor schaamt, hetzij uit vrees dat de dokter haar vies of onhygiënisch zal vinden, hetzij omdat de vrouwelijke borsten als taboeonderwerp beschouwd worden.

De incidentie of prevalentie van smetten onder de borsten is uit Nederlandse registratiegegevens niet af te leiden, daar de aandoening geregistreerd wordt in de groep ‘overmatige dermatitis’, waarbij evenmin de lokalisatie wordt vermeld.

Onder smetten verstaan we een erythemateuze eruptie in de huidplooi onder beide borsten, die veroorzaakt wordt door warmte, vocht en wrijving.12 Predisponerende factoren kunnen zijn zware, hangende borsten, overmatig transpireren (eventueel door een warm klimaat), nauwsluitende bustehouder en vooral onvoldoende hygiëne. De huid kan macereren en exsudaat vormen.

Ook…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, Faculteit der Geneeskunde, Instituut voor Huisartsgeneeskunde, Postbus 9605, 2300 RC Leiden.

H.J.van Duijn en prof.dr.J.D.Mulder Dzn., huisartsen.

Contact H.J.van Duijn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Oosterbeek, oktober 1988,

Als predisponerende factoren van smetten onder de borsten worden door de collegae Van Duijn en Mulder genoemd zware, hangende borsten, overmatig transpireren, nauwsluitende bustehouder en onvoldoende hygiëne (1988;1842-3). Bij grote, hangende borsten is de genoemde kwaal eerder regel dan uitzondering. Deze vrouwen dragen uit noodzaak een nauwsluitende bustehouder, waardoor de kwaal nog verergert. Onvoldoende hygiëne speelt geen rol van betekenis, evenmin als overdadig transpireren.

Bij de meer dan 1000 borstverkleinende operaties die ik de afgelopen 20 jaar heb uitgevoerd was intertrigo een zeer vaak vóórkomende klacht en was de hygiëne eerder overdadig dan onvoldoende. Hierdoor ontstond nogal eens contacteczeem, hetgeen het probleem slechts vergrootte.

Het is opmerkelijk dat de auteurs bij de bespreking van de behandeling een dagelijkse wasbeurt en het vermijden van een knellende bustehouder adviseren en verklaren dat deze maatregelen meestal voldoende zijn. Het is jammer dat geen enkele aandacht wordt besteed aan de mammareductie terwijl dit de enige definitieve remedie is. Daar borstverkleinende operaties nogal eens door particuliere verzekeraars en ziekenfondsen worden beschouwd als ‘kosmetische ingrepen’, die daardoor niet of slechts gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking komen, is het nuttig dat de auteurs op deze kwaal hebben gewezen.

A. Molenaar
H.J.
van Duijn

Leiden, november 1988,

Wij danken collega Molenaar voor zijn reactie. Zijn ervaring met smetten onder de borsten is duidelijk anders dan de ervaring in de huisartspraktijk. Zowel de door ons geciteerde literatuur als onze eigen ervaring leert dat de aanbevolen maatregelen afdoende zijn. Mammareductie met als enige reden smetten onder de borsten in ons inziens dan ook niet geïndiceerd.

Overigens waarschuwden wij reeds in ons artikel tegen het veelvuldig wassen met zeep, daar dit de kwaal inderdaad kan verergeren.

H.J. van Duijn
J.D. Mulder