Kleine kwalen in de huisartsgeneeskunde; alopecia areata

Klinische praktijk
H.J. van Duijn
J.D. Mulder Dzn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:1856-7

Klachten over haaruitval komen in de huisartspraktijk geregeld voor. Onderscheid kan worden gemaakt tussen plaatselijke haaruitval, diffuse haaruitval en fysiologische haaruitval waarbij ongeveer 50 haren per dag verloren gaan. Dit artikel handelt over een vorm van plaatselijke haaruitval, namelijk alopecia areata.

Klinisch beeld

Alopecia areata is een aandoening waarbij verlies van haar optreedt in een circumscripte plek, meestal op de hoofdhuid, soms ook in de baardstreek en in de wenkbrauwen. Hernieuwde haargroei treedt doorgaans na enkele maanden op. De huid ter plaatse van de kale plekken ziet er meestal normaal uit.1-3 Bij alopecia areata bestaat geen atrofie van de haarfollikels en de follikelopeningen zijn dus met het blote oog te zien. Dit ter onderscheiding met circumscripte alopecia door bijvoorbeeld lupus erythematosus discoides, röntgenbestraling en favus. De ernst van de aandoening wisselt in de tijd en er zijn meerdere plekken op steeds andere plaatsen. De plekken kunnen ook reticulair van…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 9605, 2300 RC Leiden.

H.J.van Duijn; prof.dr.J.D.Mulder Dzn.

Contact prof.dr.J.D.Mulder Dzn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties