Klapvoet tijdens zwangerschap of bevalling door obstetrische lumbosacrale plexopathie

Klinische praktijk
E. Brusse
L.H. Visser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:31-4
Abstract

Samenvatting

Bij 2 patiënten, vrouwen van 27 en 28 jaar, met een geïsoleerde klapvoet, ontstaan tijdens de bevalling respectievelijk in het derde trimester van de zwangerschap, bleek een lumbosacrale plexopathie aanwezig te zijn. Van de relatief zeldzame maternale obstetrische neurologische complicaties komt de lumbosacrale plexopathie het meest voor. Daarbij veroorzaakt het hoofd van de foetus compressie van de truncus lumbosacralis tegen de vleugel van het os sacrum. De diagnose kan lastig zijn, en verwarring met een peroneusneuropathie, ischiadicusneuropathie of radiculopathie treedt gemakkelijk op. Verwijzing naar de neuroloog voor een juiste diagnose is dan ook geïndiceerd. De prognose van deze lumbosacrale plexopathie is zeer goed.

Auteursinformatie

St. Elisabeth Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 90.151, 5000 LC Tilburg.

Mw.E.Brusse, assistent-geneeskundige; dr.L.H.Visser, neuroloog.

Contact mw.E.Brusse

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Veldhoven, januari 2002,

Dat tijdens de baring een klapvoet kan ontstaan door compressie van het caput op de plexus lumbosacralis, waarvan Brusse en Visser verslag doen (2002:31-4), is een bekende complicatie bij wanverhouding tussen het hoofd van het kind en het bekken van de moeder en werd reeds eerder door ons in dit tijdschrift beschreven.1 In de literatuur blijken belangrijke predisponerende factoren te zijn een geringe lichaamslengte van de moeder, een afwijkende bekkenvorm (vlak sacrum en niet te sterk prominerend promontorium) en langdurige baring.2 Dit zijn door anamnese en klinisch onderzoek goed waarneembare factoren, waar men in de huidige tijd te weinig aandacht aan dreigt te besteden. Helaas vermelden Brusse en Visser niet wat de lichaamslengte van de moeder was en of de bekkenvorm afwijkend was, en hoe lang de ontsluitings- en uitdrijvingsperiode geduurd hebben. Ook zeggen Brusse en Visser noch Tillman2 iets over de schedelomtrek van het kind of over de mate van indaling van het caput. Het toevoegen van deze relevante gegevens zou beide casussen een stuk leerzamer maken voor de obstetricus.

S.G. Oei
Literatuur
  1. Oei SG, Verhoeven AThM, Jongebloed FA. Nervus peroneusverlamming bij de barende. [LITREF JAARGANG="1988" PAGINA="1442-4"]Ned Tijdschr Geneeskd 1988;132:1442-4.[/LITREF]

  2. Tillman AJB. Traumatic neuritis in the puerperium. Am J Obstet Gynecol 1935;29:660-6.

Tilburg, februari 2002,

Wij danken collega Oei voor zijn aanvulling op de predisponerende factoren voor het ontstaan van een obstetrische lumbosacrale plexopathie, die in onze beschouwing aan de orde kwamen. Van beide casussen hebben wij de obstetrische gegevens zo compleet mogelijk trachten weer te geven; meer klinische informatie was door ons niet te achterhalen. Overigens hebben wij in dit artikel ook de nadruk willen leggen op lokalisatie en differentiaaldiagnose van een klapvoet ontstaan tijdens zwangerschap of bevalling.

E. Brusse
L.H. Visser