Kinderen met HIV/AIDS; eerste ervaringen met plaatsing op scholen

Klinische praktijk
D.K.F. Mulder-Folkerts
P.J.E. Bindels
R.A. Coutinho
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:979-82

Inleiding

Het aantal met het humane immunodeficiëntievirus (HIV) geïnfecteerde vrouwen in Nederland is de afgelopen jaren geleidelijk gestegen en wordt momenteel geschat op ongeveer 1300 (uitersten: 900-1700).1 Dit betekent dat een toename verwacht kan worden van het aantal met HIV geïnfecteerde kinderen als gevolg van overdracht van het virus van moeder op kind. Een deel van deze HIV-seropositieve kinderen, mogelijk al met de ziekte AIDS, zal de leerplichtige leeftijd bereiken. Crèches, basisscholen en medische kinderdagverblijven kunnen in de komende jaren dan ook geconfronteerd worden met verzoeken tot plaatsing van een met HIV geïnfecteerd kind.

De sector Volksgezondheid en Milieu van de GG en GD Amsterdam heeft de afgelopen jaren in de regio Amsterdam een tiental onderwijsinstellingen informatie en (of) begeleiding gegeven bij een (mogelijke) plaatsing van een HIV-positief kind. In dit artikel wordt het door de GG en GD Amsterdam gevolgde beleid geïllustreerd met twee praktijkvoorbeelden (tabel 1)

Auteursinformatie

Gemeentelijke en Geneeskundige Gezondheidsdienst, sector Volksgezondheid en Milieu, Postbus 20.244, 1000 HE Amsterdam.

Mw.D.K.F.Mulder-Folkerts, verpleegkundige; P.J.E.Bindels, huisarts epidemioloog; prof.dr.R.A.Coutinho, medisch microbioloogepidemioloog.

Contact P.J.E.Bindels

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties