Meer CT-scans betekent meer stralingsblootstelling en een verhoogd risico op kanker. Onlangs voorspelden onderzoekers dat in de VS straks 5% van het jaarlijks aantal kankerdiagnoses is toe te schrijven aan CT-onderzoeken. Moeten we ons zorgen maken?
CT-scans zijn niet meer weg te denken uit de Nederlandse zorg in de tweede en derde lijn. Het jaarlijks aantal CT-scans stijgt gestaag (figuur).1 Scanners worden sneller, efficiënter en gebruiken steeds lagere stralingsdoses, terwijl de beeldkwaliteit alsmaar toeneemt. Bij gepast gebruik is een CT-scan veilig, laagdrempelig beschikbaar, inzichtelijk en accuraat voor de opsporing van veel verschillende aandoeningen.
Toch zijn er ook zorgen. De aantrekkingskracht en beschikbaarheid van CT verdringen het klinisch redeneren en het lichamelijk onderzoek. Dit leidt tot steeds meer beeldvormend onderzoek en duurdere, inefficiënte of onnodige zorg, terwijl de middelen begrensd zijn.2,3 Zo toonde een recente Duitse studie aan dat 6-8% van de CT-aanvragen op de Spoedeisende Hulp (SEH) niet nodig is volgens de geldende richtlijnen.4 Bovendien is niet alles wat op een CT-scan te zien is relevant. Daarnaast is de blootstelling aan ioniserende straling niet zonder risico; ioniserende straling kan carcinogene en teratogene…
Reacties