Irritatiehyperplasieën bij gebitsprothesedragers

Klinische praktijk
K.G.H. van der Wal
B. van der Kuijl
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1161-3

Zie ook de artikelen op bl. 1153 en 1157.

Volgens de meest recente gegevens, gebaseerd op metingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek, uit 1988 en 1989, heeft een kwart (ruim 3 miljoen mensen) van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder een totale gebitsprothese.

Een groot aantal van deze gebitsprothesedragers onttrekt zich aan tandheelkundige nazorg. Deze nazorg is nodig omdat de voortdurende resorptie van het kaakbot leidt tot veranderingen in het draagvlak van de gebitsprothese. Wordt de totale gebitsprothese niet tijdig aangepast aan deze veranderingen, dan worden de protheseranden relatief te lang, waardoor irritatiehyperplasieën in het vestibulum oris kunnen ontstaan.12 Vaak consulteert de patiënt, die zich jarenlang heeft onttrokken aan de tandheelkundige nazorg, met deze nieuwvormingen van de orale mucosa de huisarts. De diversiteit van de symptomen en het frequente vóórkomen van irritatiehyperplasieën van het mondslijmvlies rechtvaardigen een bespreking. Door een goede diagnostiek en…

Auteursinformatie

Medisch Centrum, Henri Dunantweg 2, 8934 AD Leeuwarden.

Afd. Mondziekten en Kaakchirurgie: dr.K.G.H.van der Wal, kaakchirurg.

Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde: B.van der Kuijl, tandarts.

Contact dr.K.G.H.van der Wal

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties