Zin en mogelijkheden van een classificatie

Inzicht in ongeplande heropnames

Onderzoek
Coen J.T. Stevering
Rianne S. Ruitenbeek
H.J.J.M. (Bart) Berden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9373
Abstract

Samenvatting

Doel

Wij onderzochten of een in Engeland ontwikkelde classificatie van klinische heropnames ook op Nederlandse opnamegegevens toepasbaar is.

Opzet

Retrospectieve analyse van administratieve opnamegegevens geleverd aan de Landelijke Medische Registratie (LMR).

Methode

Heropnames zijn urgente klinische opnames binnen 30 dagen na ontslag uit een eerdere opname in datzelfde ziekenhuis – de indexopname. Uitgaand van het Engelse onderzoek onderscheiden we 7 categorieën heropnames: (A) complicatie na indexopname; (B) verwachte maar onvoorspelbare ziekenhuiszorg; (C) voorkeur van patiënt of zorgverlener; (D) artefact; (E) gerelateerd aan een ander orgaansysteem; (F) gerelateerd aan hetzelfde orgaansysteem; (G) sociaal-economische, psychosociale of andere indicatie. Deze classificatie pasten wij toe op de opnamegegevens van 18 Nederlandse ziekenhuizen in de periode 2009-2013.

Resultaten

Van de 1.633.466 opnames werden er 120.343 (7,37%) gevolgd door een heropname. De grootste categorie betrof heropnames gerelateerd aan hetzelfde orgaansysteem (categorie F, 44,07%), gevolgd door heropnames gerelateerd aan ander orgaansysteem (categorie E, 27,85%). Op de derde en vierde plaats volgden de categorieën met waarschijnlijk de grootste vermijdbaarheid, te weten complicatie na indexopname (categorie A, 17,66%) en verwachte ziekenhuiszorg (categorie B, 5,31%). Het gezamenlijke aandeel van de categorieën C, D en G was 5,55%. Deze verdeling was in grote lijnen gelijk in academische, topklinische en algemene ziekenhuizen. Wel vonden wij grote verschillen tussen specialismen.

Conclusie

Onze classificatie van heropnames is goed toepasbaar op Nederlandse opnamegegevens en biedt inzicht in patronen van opname en heropname. Nader dossieronderzoek zal moeten uitwijzen of deze classificatie suboptimale zorg en verminderde patiëntveiligheid daadwerkelijk kan opsporen.

Auteursinformatie

Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, Bureau Bestuursondersteuning, Tilburg.

C.J.T. Stevering, arts en bedrijfskundige.

De Praktijk Index, Bilthoven.

R.S. Ruitenbeek, MSc, data-analist.

TIAS Business School, Centrum voor het Bestuur van de Maatschappelijke Onderneming, Tilburg.

Prof.dr. H.J.J.M. Berden, arts en bedrijfskundige.

Contact C.J.T. Stevering

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Coen J.T. Stevering ICMJE-formulier
Rianne S. Ruitenbeek ICMJE-formulier
H.J.J.M. (Bart) Berden ICMJE-formulier
Ongeplande heropname
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties