Innerlijke leegte

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:B1214

artikel

Het obesitasteam van het MC Slotervaart verrast ons deze week met een stuk over ‘innerlijke leegte’ (A8851). ‘Verrassen’ omdat de auteurs zich niet uitdrukken in DSM-terminologie, maar teruggrijpen op het brede onderscheid tussen neuroses en structurele aandoeningen. Die laatste worden gekenmerkt door een onvermogen mentale toestanden te onderscheiden en te begrijpen hoe die samenhangen met gedrag. De patiënte uit dit verhaal is niet in staat een gedachte te formuleren over de vraag waarom ze zo veel eet en we leren dat dit een sterke voorspeller is voor een slecht resultaat van elke therapie. Dit stuk illustreert mooi hoe we vaak argeloos heen en weer pendelen tussen 2 visies.

Leo van Bergen benadrukt dit in een artikel over Emil Kraepelin, de geestelijke grootvader van de DSM (A9232). Sinds zijn eerste classificatie van de psychiatrie is de classificatiegedachte een aantal maal verlaten en heruitgevonden. Tegenstanders van de DSM zullen betogen dat brede begrippen als ‘neurose’ of ‘structurele aandoening’ nuttig kunnen zijn zonder dat er behoefte is aan verdere classificatie. Het stuk van Van Bergen laat bovendien prachtig zien hoe het dominante maatschappelijke discours ook bepaalt wat het dominante medische discours is. Kraepelin stelde zijn psychiatrie namelijk nadrukkelijk in dienst van het grootse Duitse volk.

Dit is nog steeds actueel. Onder leiding van de voorzitter van de KNMG laten de Nijmeegse jeugdpsychiaters zien dat integratie van klinische opname met intensieve thuisbehandeling leidt tot tevreden patiënten, kortere opnames en minder kosten (A8280). Zij schrijven in hun inleiding dat dit is ingegeven door de nieuwe Jeugdwet en de visie dat er gesteund moet worden op het probleemoplossend vermogen van burgers. Daar zijn ook inhoudelijke argumenten voor te geven, want opnames zijn ontheemdend, zorgen voor stagnatie van de ontwikkeling en sluiten slecht aan bij de behoeften van de patiënt. We hebben het dus jarenlang verkeerd gedaan, maar zijn nu tot inkeer gekomen. Ik wil helemaal niets afdoen aan dit programma en de mooie resultaten die gepresenteerd worden, maar we moeten niet vergeten dat we ooit goede inhoudelijke argumenten hadden om deze jongeren ver van huis gedurende lange periodes tot rust te laten komen. We hadden er vooral ook geld voor.

Wat dit artikel vooral aantoont is dat de arts ín de maatschappij staat en niet ernaast. Daarmee is hij zowel gebonden aan haar expliciete regels als gevoelig voor haar impliciete opvattingen. We moeten ook als beroepsgroep leren mentaliseren en dus gedachten formuleren over waarom we wel of niet willen meegaan met de dominante maatschappijvisie. Als dat niet lukt, vermoed ik dat dit een sterke voorspeller zal zijn voor slechte resultaten van de gezondheidszorg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties