Implanteerbare cardioverterende defibrillator bij de behandeling van 2 patiënten met een verhoogde kans op plotse hartdood

Klinische praktijk
M.P. van den Berg
J.P. van Tintelen
P.F.H.M. van Dessel
D.J. van Veldhuisen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2132-5
Abstract

Samenvatting

Bij een 23-jarige vrouw met een familiair lang-QT-intervalsyndroom en een 48-jarige man met een familiaire dilaterende cardiomyopathie werd profylactisch een implanteerbare cardioverterende defibrillator (ICD) geïmplanteerd. Circa een halfjaar na implantatie vond er bij beiden een terechte en succesvolle ontlading van de ICD plaats in verband met een ventriculaire tachycardie. Behandeling met ICD kan levensreddend zijn voor patiënten met hartritmestoornissen. De frequentste indicatie is ventrikeltachycardie of -fibrilleren door ischemische hartziekte, maar ook patiënten met cardiomyopathie, congenitale hartziekte, genetisch bepaalde ritmestoornissen of een aanstaande harttransplantatie kunnen ervoor in aanmerking komen.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Thoraxcentrum, afd. Cardiologie: hr.dr.M.P.van den Berg, hr.dr. P.F.H.M.van Dessel en hr.prof.dr.D.J.van Veldhuisen, cardiologen.

Afd. Klinische Genetica: hr.J.P.van Tintelen, klinisch geneticus.

Contact hr.dr.M.P.van den Berg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties