Immunologie in de medische praktijk. XVI. Paraneoplastische syndromen van het zenuwstelsel: pathogenese en diagnostiek

Klinische praktijk
P.A.E. Sillevis Smitt
B. de Leeuw
Ch.J. Vecht
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1652-8
Abstract

Samenvatting

Voor de pathogenese van de paraneoplastische neurologische syndromen is er een nieuwe hypothese: ectopische expressie van onconeurale antigenen in de tumor leidt tot een immuunreactie die zich niet alleen op de tumor richt, maar ook kruisreageert met dezelfde of gelijksoortige antigenen in het zenuwstelsel.

Deze auto-immuunreactie wordt gekenmerkt door antistoffen met een hoge titer; ze gaan samen met bepaalde tumoren en specifieke neurologische syndromen.

Deze specificiteit maakt accurate diagnose van het neurologische beeld mogelijk met gerichte detectie van de onderliggende maligniteit.

Het ziektebeloop is bij paraneoplastische syndromen relatief gunstig voorzover het de tumor betreft.

Vroege detectie van de specifieke autoantistoffen biedt wellicht de gelegenheid om met antitumorbehandeling en immuunmodulerende therapie onherstelbaar verlies van neuronen te voorkomen.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Daniel den Hoed Kliniek, afd. Neuro-oncologie, Postbus 5201, 3008 AE Rotterdam.

Dr.P.A.E.Sillevis Smitt en dr.Ch.J.Vecht, neurologen; dr.B.de Leeuw, moleculair bioloog.

Contact dr.P.A.E.Sillevis Smitt

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties