Hyperthyreoïdie tijdens het gebruik van kelptabletten

Klinische praktijk
P.A.G.M. de Smet
B.H.Ch. Stricker
F. Wilderink
W.M. Wiersinga
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1058-9
Abstract

Samenvatting

Een 50-jarige gezonde vrouw gebruikte om gewicht te verliezen dagelijks 6 jodiumhoudende tabletten met 200 mg kelp per stuk (Kelpasan); zij gebruikte geen andere (genees)middelen. Binnen 2 maanden kreeg zij klinische verschijnselen die deden denken aan hyperthyreoïdie; laboratoriumonderzoek bevestigde de diagnose. De ziekteverschijnselen verdwenen spontaan na het staken van het gebruik van de tabletten. Een oorzakelijk verband tussen de inname van het kelppreparaat en de thyrotoxische episode kon niet met absolute zekerheid worden vastgesteld, maar de nauwe tijdsrelatie en het klinische beeld wezen sterk in deze richting.

Auteursinformatie

Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, Geneesmiddel Informatie Centrum, Postbus 30460, 2500 GL 's-Gravenhage.

Dr.P.A.G.M.de Smet, apotheker.

Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen, Rijswijk.

Dr.B.H.Ch.Stricker, inspecteur van de Volksgezondheid.

BovenIJ Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Amsterdam.

F.Wilderink, internist.

Academisch Medisch Centrum, afd. Interne Geneeskunde, Amsterdam.

Dr.W.M.Wiersinga, internist.

Contact dr.P.A.G.M.de Smet

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Drunen, mei 1990,

In het artikel van De Smet et al. wordt gesproken over hyperthyreoïdie tijdens het gebruik van zeewier (1990;1058-9). In mijn praktijk heeft zich enkele jaren geleden een geval voorgedaan van de ziekte van Graves na gebruik van zeewiertabletten voor vermagering. De patiënte is door de internist eerst behandeld met een thyreostaticum en later heeft zij een operatie ondergaan.

Men kan zich afvragen hoe vaak deze soort verschijnselen voorkomen. Ik bedoel: het zou goed zijn als er steeds melding van werd gemaakt. In het ook vermelde artikel van Leemhuis en Quarles van Ufford wordt hypothyreoïdie beschreven als gevolg van het gebruik van ‘kelp’, destijds betrof het Kelpasan.1 Mijns inziens is het van belang dat er wordt vermeld welk preparaat aanleiding gaf tot afwijkingen in de schildklierfunctie. Er zijn bijv. ook dragees van Vitalia in de handel; tot nu toe heb ik die niet vermeld gevonden in dit verband.

Tenslotte wijs ik erop dat het woord struma vrouwelijk is; meervoud: strumae. Het is – zoals u in de internationale literatuur kunt aantreffen – dan ook struma nodularis (dus niet nodulare) of diffusa, toxica, etc. U kunt dit vinden in elk Latijns woordenboek en in Pinkhof. Mijns inziens heeft iemand die een woordenboek Nederlands samenstelt niet het laatste woord te geven over wat 2000 jaar geleden reeds goed Latijn was. Dat er in een Nederlands woordenboek ergens staat dat struma onzijdig is – fout dus – kan toch bezwaarlijk als maatstaf gelden of zelfs – hetgeen is gebeurd – reden zijn voor de creatie van een meervoud op -ata.

A.A. Hartman
Literatuur
  1. Leemhuis MP, Quarles van Ufford AC. Jodium-struma en hypothyreoïdie tijdens het gebruik van een zeewier-preparaat. [LITREF JAARGANG="1980" PAGINA="1119"]Ned Tijdschr Geneeskd 1980; 124: 1119.[/LITREF]

Den Haag, juni 1990,

Wij zijn met collega Hartman van mening dat de identiteit van een kelppreparaat moet worden vermeld, wanneer dit met een afwijking in de schildklierfunctie in verband wordt gebracht. Daarom hebben wij zowel in de samenvatting als onder het kopje ziektegeschiedenis aangegeven om welk produkt het in onze ziektegeschiedenis ging (Kelpasan). Ten minste drie van de vier gevallen, die eerder in ons artikel in de literatuur zijn beschreven (zie onze literatuurreferenties 12-14), betroffen het gebruik van Vitaliatabletten of poeder uit Noorwegen. Men mag evenwel niet uit het oog verliezen dat ieder kelpprodukt hyperthyreoïdie kan uitlokken, wanneer dit produkt een relatief grote hoeveelheid jodium toevoert.

De reactie van Hartman raakt enkele algemene punten, waarover wij onze bezorgdheid reeds elders hebben uitgesproken. De waarneming van verschijnselen van hyperthyreoïdie na het gebruik van een zeewierprodukt illustreert onze zorg dat potentiële bijwerkingen van niet-orthodoxe geneesmiddelen niet altijd voldoende aandacht krijgen. 1 De vraag hoe vaak zulke bijwerkingen zich voordoen, onderstreept de wenselijkheid van farmaco-epidemiologisch onderzoek naar het gebruik van die middelen.2 Een dergelijke benadering lijkt voorlopig echter nog niet goed te realiseren, zeker in ons land, waar niet eens precies bekend is, welke niet-orthodoxe middelen er in de handel zijn.3

P.A.G.M. de Smet
B.H.Ch. Stricker
Literatuur
  1. Smet PAGM de. Drugs used in non-orthodox medicine. In: Dukes MNG, Beeley L, eds. Side effects of drugs. Annual 13. Amsterdam: Elsevier, 1989: 442-73.

  2. Smet PAGM de. Drugs used in non-orthodox medicine. In: Dukes MNG, Beeley L, eds. Side effects of drugs. Annual 14. Amsterdam: Elsevier, 1990 (ter perse).

  3. Smet PAGM de, Stricker BHCh. L-tryptofaan en het eosinofiliemyalgie-syndroom. [LITREF JAARGANG="1990" PAGINA="1123-5"]Ned Tijdschr Geneeskd 1990; 134: 1123-5.[/LITREF]