Humane herpesvirussen type 6 en 7; verwekkers van onder meer exanthema subitum

Klinische praktijk
J.M.D. Galama
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:124-8
Abstract

In het kader van hun AIDS-onderzoek ontdekten Gallo en medewerkers in 1986 een tot dan toe onbekend virus dat in B-lymfocyten groeide. Men gaf het de naam humaan B-lymfotroop virus (HBLV). Het bleek een nieuw herpesvirus te zijn, dat ook in T-lymfocyten groeit. De naam werd daarom veranderd in humaan herpesvirus type 6 (HHV-6). Aanvankelijk werd gespeculeerd over een mogelijke rol van dit virus bij AIDS, bij lymfoproliferatieve ziekten en bij het chronische-moeheidsyndroom, maar een primaire ziekte ontbrak. Deze werd in 1988 gevonden. Het virus bleek de verwekker te zijn van het exanthema subitum, ook wel roseola infantum of 6e ziekte genoemd.1 Inmiddels worden 2 subtypen van HHV-6 onderscheiden: A en B. Alle tot nu toe aan HHV-6 toegeschreven ziektebeelden blijken door HHV-6B veroorzaakt te worden. De betekenis van HHV-6A is nog onduidelijk. In 1990 is nogmaals een herpesvirus ontdekt, HHV-7, dat verwant is aan HHV-6 en eveneens exanthema…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Medische Microbiologie, sectie Virologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.J.M.D.Galama, medisch microbioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties