Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

HIV-surveillance op een polikliniek voor seksueel overdraagbare aandoeningen in Amsterdam, 1991-1994; lage en stabiele prevalentie onder heteroseksuele bezoekers

Onderzoek
J.S.A. Fennema
E.J.C. van Ameijden
C.J.M. Henquet
G.J.J. van Doornum
R.A. Coutinho
J.A.R. van den Hoek
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1595-8
Abstract
Abstract
Sluiten
HIV monitoring in an STD outpatient clinic in Amsterdam, 1991-1994: low and stable prevalence among heterosexual attenders.

To assess the HIV prevalence among heterosexual attenders of a clinic for sexually transmitted diseases (STD) and among subpopulations, including young gay men and ethnic minorities.

Setting

Outpatient clinic for sexually transmitted diseases (STD) of the Municipal Health Service of Amsterdam, the Netherlands.

Methods

Semi-annually in the period 1991-1994, blood samples given voluntarily and anonymously were tested for HIV antibodies and some characteristics were collected of approximately 1000 clinic attenders.

Results

Since 1991, 6766 clinic attenders were eligible for participation, of whom 6200 (92) were actually tested. The overall HIV prevalence decreased from 3.9 in the first half of 1991 to 2.3 in the second half of 1994. Among heterosexual clinic attenders the prevalence remained stable below 1, due mainly to visitors from abroad rather than to Dutch heterosexuals: 20 of the 23 HIV infected heterosexuals were not Dutch. None of these 23 seropositive persons knew of their HIV infection, mostly because they had not been tested previously. The HIV prevalence among gay men decreased over the years. In addition, the number of gay male attenders younger than 30 years decreased strongly over time.

Conclusions

HIV infections among heterosexual STD clinic attenders are relatively few and are seen mainly among non-Dutch. We found no indications of an increase of the HIV prevalence among heterosexual clinic attenders. The results among young gay men are suggestive of a shift towards safer sexual behaviour in this group.

Samenvatting

Doel

Inzicht verkrijgen in de HIV-prevalentie bij heteroseksuele bezoekers van een polikliniek voor seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en bij diverse subpopulaties, zoals jonge homoseksuele mannen en etnische groepen.

Plaats

Polikliniek voor seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) van de Amsterdamse GG&GD.

Methoden

Elk halfjaar in de periode 1991-1994 werd van circa 1000 bezoekers van de Amsterdamse SOA-polikliniek bloed vrijwillig en anoniem op HIV-antistoffen onderzocht en werden enkele kenmerken geregistreerd.

Resultaten Sinds 1991 kwamen 6766 bezoekers in aanmerking voor deelname aan het onderzoek, waarvan 6200 (92) daadwerkelijk getest werden op HIV-antistoffen. De HIV-prevalentie nam significant af van 3,9 in de eerste helft van 1991 tot 2,3 in het najaar 1994. Onder heteroseksuele bezoekers bleef de HIV-prevalentie stabiel en < 1, maar deze werd vooral veroorzaakt door niet uit Nederland afkomstige bezoekers: 20 van de 23 met HIV geïnfecteerde heteroseksuele bezoekers. Geen van deze 23 seropositieve bezoekers kende hun actuele serostatus, de meesten omdat zij nooit eerder getest waren. Zowel onder oudere als jongere homoseksuele mannelijke polikliniekbezoekers nam de HIV-prevalentie in de loop der jaren af. Tevens was er een sterke daling van het aantal homoseksuele mannelijke bezoekers jonger dan 30 jaar.

Conclusies

HIV-infecties onder heteroseksuele SOA-polikliniekbezoekers komen betrekkelijk weinig voor en worden voornamelijk aangetroffen bij niet uit Nederland afkomstige personen. Er werden geen aanwijzingen gevonden voor een toename van de HIV-prevalentie onder heteroseksuele SOA-polikliniekbezoekers. Er waren aanwijzingen voor veiliger seksueel gedrag bij jonge homoseksuele mannen.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 31 1995

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1595-8
Vakgebied
Dermatologie
Interne vakken
Microbiologie
Auteursinformatie

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, sector Volksgezondheid en Milieu, Postbus 20.244, 1000 HE Amsterdam.

J.S.A.Fennema en mw.dr.J.A.R.van den Hoek, artsen-epidemiologen; dr.E.J.C.van Ameijden, epidemioloog; dr.G.J.J.van Doornum, medisch microbioloog; prof.dr.R.A.Coutinho, medisch microbioloog, epidemioloog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Maastricht.

C.J.M.Henquet, dermato-venereoloog.

Contact J.S.A.Fennema

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties