Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar
Geografische informatiesystemen en hiv-preventie

Hiv-bestrijding begint met GIS-werk

Onderzoek
Eline L.M. Op de Coul
Ivo K. Joore
Ard van Sighem
Ben C.J. Bom
Mariska Hillebregt
Jan M. Prins
Suzanne E. Geerlings
Jan E.A.M. van Bergen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D965
Abstract
Abstract
Sluiten
Mapping HIV prevalence in the Netherlands with geographic information systems

Objective

To map regions of the Netherlands with high HIV prevalence for surveillance and prevention purposes.

Method

Information on numbers of HIV patients receiving clinical care on 31 December 2014 per postcode region was requested from the HIV monitoring foundation (SHM). These details were related to data from Statistics Netherlands on the number of residents per municipal area or district with the aid of a geographic information system (GIS).

Results

Distribution mapping showed that ten municipal areas in the Netherlands have an HIV prevalence of 2 or more per 1000 residents aged 15-60 years. We discovered the highest prevalence in Amsterdam (8.1) and suburbs, Rotterdam (3.4), The Hague (2.7) and Arnhem (2.5). Large differences were seen between districts, particularly in Amsterdam where HIV was concentrated within two districts: Central Amsterdam (9-28) and Amsterdam Southeast (5-20). In Rotterdam and The Hague, HIV prevalence rates are lower and differences between districts are smaller.

Conclusion

Geographical analyses show differences in HIV prevalence for municipal areas and districts in big cities in the Netherlands. These data can be used for new interventions, to better focus HIV detection.

Conflict of interest and financial support: ICMJE forms provided by the authors are available online along with the full text of this article.

Samenvatting

Doel

Het in kaart brengen van gebieden met een hoge hiv-prevalentie in Nederland voor surveillancedoeleinden en preventie.

Methode

Bij de Stichting HIV Monitoring (SHM) zijn per postcodegebied de aantallen hiv-patiënten opgevraagd die op 31 december 2014 in klinische zorg waren. Met behulp van een geografisch informatiesysteem (GIS) zijn deze gegevens gerelateerd aan CBS-gegevens over het aantal inwoners per gemeente of wijk.

Resultaten

De verspreidingskaarten laten zien dat in 10 Nederlandse gemeenten de hiv-prevalentie groter is dan 2 per 1000 inwoners van 15-60 jaar. De hoogste prevalenties vonden we in Amsterdam (8,1) en randgemeenten, Rotterdam (3,4), Den Haag (2,7) en Arnhem (2,5). Vooral in Amsterdam zijn er grote verschillen tussen de wijken; hier is hiv geconcentreerd in twee wijken: Centrum (9-28) en Zuidoost (5-20). In Rotterdam en Den Haag zijn de prevalenties lager en de verschillen tussen de wijken kleiner.

Conclusie

Geografische analyses tonen verschillen in hiv-prevalenties voor Nederlandse gemeenten en wijken in de grote steden. Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor nieuwe interventies om hiv gerichter op te sporen.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 42 2017

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D965
Vakgebied
Huisartsgeneeskunde
Interne vakken
Publieke gezondheidszorg
Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.

Centrum Infectieziektebestrijding: dr.ir. E.L.M. Op de Coul, epidemioloog.

Afd. Rekenen, Data en GIS: B.C.J. Bom, GIS-specialist.

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Huisartsgeneeskunde: dr. I.K. Joore, arts-onderzoeker; prof.dr. J.E.A.M. van Bergen, huisarts.

Afd. Inwendige geneeskunde: prof.dr. J.M. Prins en prof.dr. S.E. Geerlings, internisten-infectiologen.

Stichting HIV Monitoring, Amsterdam.

Dr. A.I. van Sighem, senior onderzoeker; M. Hillebregt, coördinator datamanagement.

Contact dr.ir. E.L.M. Op de Coul (eline.op.de.coul@rivm.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel. Voor dit onderzoek werd subsidie ontvangen van het Aids Fonds (projectnummer 2012074).

Verantwoording

De twee eerstgenoemde auteurs (Eline L.M. Op de Coul en Ivo K. Joore) hebben een gelijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek en delen het eerste-auteurschap.

Inhoudelijk commentaar op dit onderzoek werd geleverd door Godelieve de Bree, internist-infectioloog in het Academisch Medisch Centrum, Pieter Brokx, directeur van de Hiv Vereniging Nederland, Birgit van Benthem, afdelingshoofd Soa-hiv bij het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (CIb-RIVM), en Marianne van der Sande, hoofd Epidemiologie en Surveillance bij het CIb-RIVM.

De ATHENA-database wordt onderhouden door Stichting HIV Monitoring. Deze stichting ontvangt via het CIb-RIVM een instellingssubsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Alle centra en personen die bijdragen aan de gegevensverzameling voor de ATHENA-database staan vermeld in het supplement bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Eline L.M. Op de Coul ICMJE-formulier
Ivo K. Joore ICMJE-formulier
Ard van Sighem ICMJE-formulier
Ben C.J. Bom ICMJE-formulier
Mariska Hillebregt ICMJE-formulier
Jan M. Prins ICMJE-formulier
Suzanne E. Geerlings ICMJE-formulier
Jan E.A.M. van Bergen ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties