HIV-besmetting bij hemofiliepatiënten; het rapport van de Nationale Ombudsman

Opinie
W.G. van Aken
E. Briët
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2228-31

Inleiding

In de periode 1982-1985, toen onzekerheid omtrent de oorzaak, de verspreiding en de preventie van AIDS bestond, werd de veiligheid van bloed en bloedprodukten in vele landen bedreigd. De maatregelen die in die jaren getroffen zijn om de risico's van bloedoverdraagbare ziekten zoals AIDS zoveel mogelijk te beperken, zijn later in diverse landen onderwerp geworden van civiel- en strafrechtelijke procedures, waarbij de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van overheidsinstanties, producenten, ziekenhuizen en behandelend artsen in het geding kwamen.1

Onlangs heeft de Nationale Ombudsman, naar aanleiding van klachten van de Nederlandse Vereniging van Hemofiliepatiënten, een onderzoek ingesteld naar het optreden van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (thans Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)) met betrekking tot infecties met humaan immunodeficiëntie-virus (HIV) bij patiënten met hemofilie.2 Op grond van de uitkomsten van dit onderzoek oordeelt de ombudsman dat het betreffende ministerie nalatig is geweest betreffende het nemen van initiatieven…

Auteursinformatie

Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis, Plesmanlaan 125, 1066 CX Amsterdam.

Prof.dr.W.G.van Aken, internist.

Academisch Medisch Centrum, afd. Inwendige Heelkunde, Amsterdam.

Prof.dr.E.Briët. internist.

Contact prof.dr.W.G.van Aken

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties