'Het zal wel een virus zijn...'

Klinische praktijk
B.J. Kulberg
J.W.M. van der Meer
J.H. Bolk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:193-5

Dames en Heren,

Primaire infectie met het Epstein-Barr-virus (EBV) is de meest voorkomende oorzaak van mononucleosis infectiosa, de ziekte van Pfeiffer. Doorgaans geneest deze ziekte in de loop van 4 tot 6 weken spontaan. In toenemende mate wordt echter duidelijk dat de symptomen bij sommige patiënten kunnen persisteren gedurende maanden of jaren na de aanvankelijke diagnose. Bovendien blijken ook bij patiënten die geen duidelijke mononucleosis infectiosa hebben doorgemaakt, klachten te kunnen bestaan die verklaard lijken te worden door persisterende activiteit van dit virus.

Patiënt A, een 32-jarige man, maakte in 1981 een periode door met koorts rond 38°C, hoofdpijn en een gegeneraliseerde lymfadenopathie. Sindsdien had hij circa eenmaal per half jaar kortdurend dezelfde klachten, met daarbij spierpijnen en pijnlijke gezwollen gewrichten. In 1983 werd hij verwezen naar de internist wegens persisterende moeheid. Bij onderzoek maakte hij geen zieke indruk. De lichaamstemperatuur was 37,2°C, de pols 100min., de bloeddruk 14090 mmHg…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Afd. Algemene Inwendige Geneeskunde: B.J.Kulberg; dr.J.H.Bolk, internist.

Afd. Infectieziekten: dr.J.W.M.van der Meer, internist.

Contact B.J.Kulberg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties