artikel
Niet alles in de zorg hoeft meteen. Gelukkig zijn er vaak tweede kansen als een eerste oplossing voor een patiëntenprobleem niet werkt. Misschien is dat een beetje duurder dan in een keer een radicale ingreep zoals een uterusextirpatie, maar minder radicaal is vaak wel patiëntvriendelijker (A3785, bl. 1510 en A3673, bl. 1543). Omdat alles goedkoper moet, de beurzen instorten en we – terecht – de euro moeten redden, kijk ik opeens wat anders naar kosteneffectiviteitsonderzoek. Artsen hebben zeker een verantwoordelijkheid voor de kosten van hun zorg, maar als in dergelijk onderzoek appels met peren worden vergeleken en moeilijk meetbare waarden zoals patiëntenvoorkeuren niet zijn meegenomen, lijkt me dat onderzoek niet zinvol. Ik hoop maar dat verzekeraars dat ook vinden en dat ze niet op grond van half onderzoek beslissingen over vergoedingen nemen.
Kun je bij overmatig vloeien nog wel stapsgewijs denken en zoeken naar de beste oplossing, bij infecties gaat dat niet. Of het nu gaat om preventie van postoperatieve wondinfecties (A3269, bl. 1513) of uitbraken van een resistente ziekenhuisbacterie: je hebt maar één kans om het goed te doen. Wonderwel is dat vaak niet eens zo heel ingewikkeld: gewoon niet met de ok-deuren slaan, handen wassen, een schort voor en alert reageren als er iets vreemds is. Probleem is dat deze oplossing niet strookt met de natuurlijke weerzin van mensen om hun gedrag wezenlijk te veranderen.
Wat mensen wel erg goed en wellicht steeds beter kunnen, is elkaar de maat nemen. We strompelen van incident naar incident; in de zomertijd nog wat vaker dan in de rest van het jaar. Bij elk incident begint het zwartepieten in de media. Tijd om na te denken of er werkelijk iets mis is, wat er dan mis is, hoe dat komt en of het – zonder wijsheid achteraf – ook te voorkomen was geweest, gunnen we elkaar niet meer. De doctoren Clavan of doctorandussen Mallebrootje vallen over elkaar heen. Terecht verbaast Marc Bonten zich daarover in zijn commentaar op de affaire in het Maasstad Ziekenhuis (A3992, bl. 1508). Er moet als zoenoffer ook altijd meteen iemand hangen, alsof daarmee een probleem rationeel is opgelost. En kosteneffectief is al die opwinding meestal ook niet. Eerst goed onderzoek, daarna een goede diagnose en dan pas een oplossing, heb ik altijd geleerd. Dat kost tijd en soms is even radiostilte nodig. Openbaar hangen kan zonodig daarna altijd nog.
Reacties