Samenvatting
De eerste tekenen van influenza-activiteit van het seizoen 2007/’08 in Nederland waren de sporadische isolaties van influenzavirussen tussen week 40 en 52 van 2007. Vanaf week 1 van 2008 nam zowel de frequentie van deze isolaties als de klinische influenza-activiteit toe; deze laatste bereikte een piek in week 9 van 2008. Er werden in die week 7,2 influenza-achtige ziektebeelden per 10.000 inwoners geregistreerd. De griepepidemie werd vooral veroorzaakt door influenza A(H1N1)- en influenza B-virussen. Binnen de A(H1N1)-virussen konden twee varianten worden onderscheiden die gelijken op de vaccinreferentiestam voor 2007/’08 A/Solomon Islands/3/06, respectievelijk de vaccinreferentiestam voor 2008/’09 A/Brisbane/59/07. Het opmerkelijkste van deze virussen was dat 27 van de in Nederland geïsoleerde stammen resistent bleek tegen de neuraminidaseremmer oseltamivir. De influenza B-virussen bleken afkomstig van de B/Yamagata/16/88-lijn, terwijl de vaccinstam tot een antigenetisch verschillende fylogenetische lijn behoorde: de B/Victoria/2/87-lijn. Influenzavirussen van het A(H3N2)-subtype werden slechts sporadisch geïsoleerd en waren verwant aan de gebruikte A(H3N2)-vaccinreferentiestam A/Wisconsin/67/05. In tegenstelling tot voorgaande influenzaseizoenen hebben A(H3N2)-virussen dus in dit seizoen geen rol van betekenis gespeeld. Voor het seizoen 2008/’09 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de volgende vaccinsamenstelling aanbevolen: A/Brisbane/59/07 (H1N1), A/Brisbane/10/07 (H3N2) en B/Florida/4/06.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2138-44
Reacties