Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Het handelen van huisartsen volgens de standaard Otitis media acuta van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Onderzoek
J. Dalhuijsen
A.M. Zwaard
R.P.T.M. Grol
H.M. Mokkink
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:2139-44
Abstract
Abstract
Sluiten
Performance of general practitioners according to the Otitis media acuta standard of the Netherlands college of general practitioners.

To establish to which degree the guidelines of the Otitis media acuta standard of the Netherlands college of general practitioners (NHG) are followed in practice and what is GPs‘ opinion of them.

Design

Survey.

Setting

65 general practitioners settled throughout the Netherlands.

Method

The GPs were recruited for the study by means of an advertisement and a personal approach. Opinions and performances were inventoried using a questionnaire and self-completion forms for successive doctor-patient contacts, respectively.

Results

Virtually all participants were familiar with the NHG standard and most were familiar with three central guidelines. Of these three, the recommendation of an active follow-up policy for children up to the age of 2 was known to the fewest GPs, and this recommendation also received the least support. In the 327 consultations recorded there was good agreement between actual performance and the guidelines, especially as regards history-taking, physical examination and diagnosing. Regarding management and patient information the agreement was less. Concerning the follow-up policy for young children and the prescribing of antibiotics, actual performance clearly differed from the NHG standard, possibly because the relevant guidelines were less well known.

Conclusion

The results of this study are relevant to the planning of GP education and the evaluation of the guidelines themselves.

Samenvatting

Doel

Vaststellen in welke mate de richtlijnen van de standaard Otitis media acuta van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) in de praktijk worden gevolgd en wat de mening van huisartsen is.

Opzet

Enquête, en contactregistratie.

Plaats

65 huisartsen, verspreid over Nederland.

Methode

Met een advertentie en een persoonlijke benadering werden de huisartsen voor het onderzoek geworven. De meningen en de handelingen werden geïnventariseerd met behulp van respectievelijk een vragenlijst en zelfregistratieformulieren voor achtereenvolgende arts-patiëntcontacten.

Resultaten

Vrijwel alle deelnemers waren bekend met de NHG-standaard en de meeste waren op de hoogte van 3 centrale richtlijnen uit de standaard. Van deze 3 was de aanbeveling tot het voeren van een actief controlebeleid bij kinderen ≤ 2 jaar bij de minste huisartsen bekend en deze aanbeveling werd eveneens het minst gesteund. In de 327 geregistreerde consulten was er, vooral bij anamnese, onderzoek en diagnosestelling, een grote overeenstemming tussen het feitelijk handelen en de richtlijnen. Bij beleid en voorlichting was de overeenstemming kleiner. Met betrekking tot het controlebeleid bij jonge kinderen en tot het antibioticabeleid week het feitelijk handelen duidelijk af van de NHG-standaard, wat mogelijk verband hield met mindere bekendheid met de richtlijnen op deze punten.

Conclusie

De gegevens uit dit onderzoek zijn bruikbaar voor het plannen van deskundigheidsbevordering en voor het evalueren van de richtlijnen zelf.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 42 1993

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:2139-44
Vakgebied
Huisartsgeneeskunde
KNO
Auteursinformatie

Werkgroep Onderzoek Kwaliteit Huisartsgeneeskunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Rijksuniversiteit Limburg, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

J.Dalhuijsen en A.M.Zwaard, huisartsen; prof.dr.R.P.T.M.Grol, huisartsgeneeskundige; dr.H.M.Mokkink, socioloog.

Contact J.Dalhuijsen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties