Het einde van het begin, misschien

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:B1762

artikel

Met een werkzaam vaccin lijkt het einde van de corona-epidemie in zicht. Ik moet daarbij denken aan de woorden van Churchill, uitgesproken in 1942, nadat het Britse leger de eerste serieuze overwinning haalde op de Duitsers: ‘Dit is niet het einde, en zelfs niet het begin van het einde, maar het is, misschien, wel het einde van het begin.’ Hij was zich ervan bewust dat het te vroeg vieren van de overwinning zou leiden tot verminderde waakzaamheid en tot onrust als die overwinning niet spoedig zou materialiseren. Zijn ‘verwachtingsmanagement’ was bedoeld om het Britse volk gemotiveerd te houden in de uitputtingsslag van de dagelijkse bombardementen, wetende dat continentaal Europa voorlopig onneembaar was.

Laten we het vaccin dus ook maar zien als ‘misschien het einde van het begin’. We weten niet hoe effectief het gaat zijn op populatieniveau en hoe lang het beschermt, terwijl we er wel op mogen rekenen dat ons een aantal enorme problemen wachten. Deze week worden we eraan herinnerd dat we niet de eersten zijn die zoiets meemaken via een stuk over de pestepidemie, die met tussenpozen gedurende 2 eeuwen (!) huishield in Europa (D5440). De paralellen zijn onmiskenbaar en het artikel komt tot leven door de mooie afbeeldingen. Ik realiseerde me daardoor dat epidemie en dood altijd deel hebben uitgemaakt van het leven. We zien in een schilderij dat het leven gewoon doorgaat bij een ziekte die veel dodelijker was dan covid-19. Er stierven op de dag die de schilder vastlegde bijna 900 Amsterdammers op een bevolking van niet meer dan 200.000 zielen.

Wij hebben ziekte en dood heel effectief weten te verbannen naar de periferie van ons leven. De verplaatsing van de begraafplaats van het centrum naar de rand van de stad illustreert dat mooi. Verbannen verwarren we met uitbannen. Ons onvermogen te accepteren dat ziekte en dood deel blijven uitmaken van ons leven, leidt tot irrationeel gedrag en onnodige bijkomende schade. In de eerste plaats in de gezondheidszorg, waar niet-essentiële zorg heel hard essentieel aan het worden is. Maar ook in de economie, en voor iedereen die dat nu even irrelevant vindt: economische schade vertaalt zich onverbiddelijk in verlies aan gezonde levensjaren.

Auteursinformatie

p.vaneijsden@ntvg.nl

Contact (p.vaneijsden@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties