Het chronische-moeheidsyndroom; is er verband met het Epstein-Barr-virus?

Onderzoek
Abstract
G.M. Berends
M.F. Peeters
J.M.M. Lepoutre
F.J.H.M. van Liebergen
R.M.A. Kurstjens
M.I. Koolen

Samenvatting

Bij 10 patiënten bij wie op grond van het klachtenpatroon (o.a. gekenmerkt door moeheid, lymfklierzwellingen, subfebriele temperatuur en gewrichtsklachten) en nader onderzoek de diagnose ‘chronische-mononucleosissyndroom’ was gesteld, werd serologisch onderzoek verricht op antilichamen tegen het Epstein-Barr-virus. De uitslagen werden vergeleken met die bij een groep gezonde personen. Voor wat betreft de hoogte in anti-EA- en anti-EBNA-antistoffen werden geen verschillen gevonden tussen patiënten en controlepersonen. Wel hadden de patiënten als groep significant hogere titers in anti-VCA-IgG dan de controlepersonen (geometrisch gemiddelde 1:705 resp. 1:112; p < 0,01), maar door de overlapping tussen de 2 groepen hebben de bevindingen geen betekenis voor het stellen van de diagnose ‘chronische-moeheidsyndroom’.

De rol van het Epstein-Barr-virus in de genese van dit ziektebeeld, dat volgens de auteur een meer algemene benaming zoals ‘chronische-moeheidsyndroom’ zou moeten hebben, wordt betwijfeld.

Auteursinformatie

Groot Ziekengasthuis, afdeling Interne Geneeskunde, Postbus 90153, 5200 ME 's-Hertogenbosch.

G.M.Berends, assistent-geneeskundige; F.J.H.M.van Liebergen, dr. R.M.A.Kurstjens en mw.dr.M.I.Koolen, internisten.

Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Tilburg.

Dr.M.F.Peeters, arts-microbioloog.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, afd. Virologie, Bilthoven.

J.M.M.Lepoutre, analist.

Contact mw.dr.M.I.Koolen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties