Herziening consensus hemofilie: behandeling en verantwoordelijkheid

Onderzoek
E. Briët
E.P. Mauser-Bunschoten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:2566-71
Abstract

Samenvatting

Hemofilie is een chronische stollingsstoornis die bij 1400 mannen in Nederland voorkomt. Als gevolg van het ontbreken van stollingsfactor VIII of IX kunnen zich spontaan of na een trauma bloedingen voordoen, die meestal in de grote gewrichten of spieren zijn gelokaliseerd. De bloedingen kunnen tot invaliditeit leiden.

De behandeling, substitutie met het ontbrekende stollingseiwit, is er in de eerste plaats op gericht bloedingen te voorkomen (profylaxe). Een tweede doel is om, bij een optredende bloeding, gewrichtsschade zoveel mogelijk te voorkomen door tijdige en adequate substitutietherapie. Daarnaast wordt door middel van fysiotherapie en sport getracht de lichamelijke conditie op peil te houden.

Factor-VIIIIX-producten die gebruikt worden voor de behandeling van hemofilie werden tot 1992 uitsluitend uit plasma vervaardigd. Sindsdien zijn ook recombinantfactor-VIII-producten op de markt.

Als gevolg van substitutietherapie hebben zich verschillende bijwerkingen voorgedaan, allergische reacties bijvoorbeeld, die met de toenemende zuiverheid van producten echter zeldzaam zijn geworden. Ook kunnen door bloed overdraagbare ziekten, zoals HIV-infectie en hepatitis C, genoemd worden. Sinds de invoering van virusinactiverende methoden heeft zich geen overdracht van hepatitis C en HIV meer voorgedaan. Tenslotte is antistofvorming tegen factor VIII en IX mogelijk, waardoor standaardbehandeling niet goed meer mogelijk is. Vooral bij hemofilie A ontstaan vaak antistoffen (in 25 van de gevallen; bij hemofilie B in 2). Met behulp van immuuntolerantie-inductie, waarbij regelmatig factor VIII wordt toegediend, verdwijnen de antistoffen veelal weer, waardoor een patiënt weer ‘normaal’ behandelbaar wordt.

Gezien de zeldzaamheid en de complexiteit van de aandoening wordt geadviseerd de begeleiding van hemofiliebehandeling in daartoe gespecialiseerde centra door een multidisciplinair team te laten plaatsvinden. Bovendien is hemofiliebehandeling kostbaar, hetgeen adequate begeleiding des te meer rechtvaardigt. De huidige behandeling is flink verbeterd ten opzichte van 20 jaar geleden. Dit komt vooral tot uiting in een afname van het aantal opnamen en van de opnameduur en in een afname van school- en werkverzuim, waardoor patiënten met hemofilie maatschappelijk aanzienlijk beter functioneren.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Inwendige Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr.E.Briët, internist.

Academisch Ziekenhuis, Van Creveldkliniek, Utrecht.

Mw.dr.E.P.Mauser-Bunschoten, arts.

Contact dr.J.J.E.van Everdingen, Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing (CBO), Postbus 20.064, 3502 LB Utrecht

Verantwoording

Namens de werkgroep die de consensus voorbereidde.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties