Heeft radiotherapie een plaats in de behandeling van patiënten met pleomorf adenoom in de glandula parotis?

Onderzoek
L.A. Ravasz
G.J. Hordijk
C.H.J. Terhaard
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2129-32
Abstract

Samenvatting

De betekenis van aanvullende radiotherapie bij de behandeling van 79 patiënten met pleomorf adenoom in de glandula parotis werd retrospectief onderzocht. Indicaties voor de bestraling waren operatie van beperkte omvang (enucleatie), het blootleggen van het pseudokapsel van de tumor en (of) tumorrest na partiële of totale parotidectomie. Bij 16 patiënten gingen meer operaties aan de bestraling vooraf. De observatieperiode varieerde van 4 tot 16 jaar. Slechts bij 1 patiënte die wegens een recidieftumor was geopereerd, werd opnieuw een recidieftumor gevonden. Ernstige complicaties of maligne ontaarding werden niet waargenomen.

Partiële of totale parotidectomie met sparen van N. facialis is de behandeling van voorkeur. Bij tumorrest of na operatie wegens recidief is postoperatieve radiotherapie geïndiceerd in een dosis van 50 Gy in 5 weken.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht.

Afd. Radiotherapie: prof.dr.L.A.Ravasz en C.H.J.Terhaard, radiotherapeuten.

Afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde: prof.dr.G.J.Hordijk, KNO-arts.

Contact prof. dr.L.A.Ravasz

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties