Hedendaagse inzichten in de behandeling van het oesofaguscarcinoom

Klinische praktijk
H.W. Tilanus
T.C. Kok
W.M.H. Eijkenboom
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:444-7

Zie ook de artikelen op bl. 433, 436, 455, 460 en 465.

Inleiding

Het oesofaguscarcinoom omvat een aantal tumortypen met ieder een eigen pathogenese en histologisch beeld. Ten eerste is er het plaveiselcelcarcinoom; dit carcinoom kan optreden in de gehele met plaveiselepitheel beklede slokdarm. De frequentie neemt toe van proximaal naar distaal. In de westerse landen houdt het plaveiselcelcarcinoom verband met overmatig alcohol- en tabakgebruik, maar het is endemisch in delen van Afrika en Azië, waar het samenhangt met voedingsgewoonten. De incidentie in Nederland van 5-7 nieuwe ziektegevallen per 100.000 inwoners per jaar behoort tot de laagste ter wereld.1

Ten tweede onderscheidt men het adenocarcinoom in een zogenaamde Barrett-oesofagus. Deze sljmvliesafwijking kan ontstaan indien de oesofagus langdurig wordt blootgesteld aan gastro-oesofageale reflux. Als eindstadium van persisterende reflux-oesofagitis kan metaplastisch maagslijmvlies ontstaan in de oesofagus. Dit maagslijmvlies is instabiel en heeft een 30-40 maal vergrote kans op maligne ontaarding…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Afd. Algemene Heelkunde: dr.H.W.Tilanus, chirurg.

Afd. Inwendige Geneeskunde: T.C.Kok, internist-oncoloog.

Dr. Daniel den Hoed Kliniek, afd. Radiotherapie, Rotterdam.

Dr.W.M.H.Eijkenboom, radiotherapeut.

Contact dr.H.W.Tilanus

Verantwoording

Namens de Rotterdamse Slokdarm Werkgroep, een samenwerkingsverband van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt en de Dr. Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties