Groot verschil in klinisch fenotype van X-gebonden agammaglobulinemie bij twee neefjes

Klinische praktijk
A.G.S.C. Jansen
J.G. Noordzij
A.H.J.T. Bröcker-Vriends
J.J.M. van Dongen
M.J.D. van Tol
R.G.M. Bredius
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1053-6
Abstract

Samenvatting

X-gebonden agammaglobulinemie (XLA) is een primaire immuundeficiëntie die wordt veroorzaakt door een mutatie in het gen dat codeert voor Bruton-tyrosinekinase (BTK). De klassieke manifestatie van XLA bestaat uit een nagenoeg complete afwezigheid van B-lymfocyten en immunoglobulinen in het perifere bloed, welke reeds op jonge leeftijd leidt tot ernstige, hoofdzakelijk bacteriële, infecties van de bovenste en onderste luchtwegen. Het fenotype van XLA kan, ongeacht het type BTK-mutatie, zeer divers zijn. Twee 9-jarige neefjes met dezelfde mutatie in het BTK-gen vertoonden deze fenotypische diversiteit. Bij de ene jongen werd de klassieke manifestatie van XLA gevonden; er waren bij hem een onderhoudsbehandeling met intraveneuze immunoglobulinen en een profylactische behandeling met antibiotica nodig om zijn infecties onder controle te houden. Zonder enige profylactische behandeling te ontvangen vertoonde zijn neefje geen abnormaal infectiebeloop, ondanks de sterk verminderde aantallen B-lymfocyten en immunoglobulinen in zijn bloed. De mechanismen die ten grondslag liggen aan de fenotypische diversiteit van XLA zijn nog niet opgehelderd. Genpolymorfismen aangaande het aangeboren immuunsysteem spelen mogelijk een rol.

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.

Mw.A.G.S.C.Jansen, medisch student.

Afd. Immunologie: hr.J.G.Noordzij, assistent-geneeskundige (thans: Isala Klinieken, afd. Kindergeneeskunde, Zwolle); hr.prof.dr.J.J.M.van Dongen, arts-immunoloog.

Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Centrum voor Humane en Klinische Genetica, afd. Klinische Genetica: mw.dr.A.H.J.T.Bröcker-Vriends, klinisch geneticus.

Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum, subafd. Immunologie, Hematologie, Oncologie, Beenmergtransplantatie en Auto-immuunziekten: hr.dr.M.J.D.van Tol, immunoloog; hr.dr.R.G.M.Bredius, kinderarts-immunoloog.

Contact hr.dr.R.G.M.Bredius (r.g.m.bredius@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

J.W.M.
van der Meer

Nijmegen, juni 2004,

Jansen et al. wijzen er in hun artikel op dat niet alle patiënten met X-gebonden agammaglobulinemie (XLA) het klassieke fenotype tonen met ernstige recidiverende luchtweginfecties die veroorzaakt worden door gekapselde bacteriën (2004:1053-6). Zij beschrijven 2 neefjes van wie er één het klassieke fenotype vertoonde en één een lichte vorm.

In de afgelopen decennia nam ik een wellicht nog indrukwekkender variatie in fenotype waar bij 4 patiënten (2 broers en 2 neven) uit een familie met XLA. De eerste patiënt, geboren in 1958, had toen ik hem voor het eerst onderzocht, in 1981, reeds uitgebreide dubbelzijdige bronchiëctasieën. Zijn verdere ziektegeschiedenis werd hierdoor volledig beheerst en ondanks intensieve therapie (met immuunglobulinen en adequate antibiotica) overleed hij in 1995 aan een respiratoire insufficiëntie.

Bij zijn broer, geboren in 1960, werd het ziektebeeld gekenmerkt door recidiverende koortsperioden, welke bleken te berusten op recidiverende Campylobacter jejuni-bacteriëmieën.1 Zijn pulmonale problemen waren beperkt. Hij overleed in 1997, waarschijnlijk als gevolg van een alcoholintoxicatie.

Een neef, geboren in 1961, had eveneens geringe pulmonale problemen. Ook hij kreeg recidiverende C. jejuni-bacteriëmieën met erysipelasachtige huidafwijkingen en een osteomyelitis van de tibia.2 Hij overleed aan een snel progrediënt colorectaal carcinoom in 1991.3

Een andere neef, geboren in 1963, bleek evenals de patiënt beschreven door Jansen et al. enige immuunglobulineproductie te hebben (‘leaky’ fenotype). Met een geringe hoeveelheid immuunglobuline intramusculair bleef hij gedurende vele jaren vrijwel vrij van infecties. De laatste jaren krijgt hij intraveneuze IgG-substitutie en maakt hij het goed.

De hier beschreven ziektegeschiedenissen onderstrepen de boodschap van Jansen et al. dat de klinische manifestaties van XLA zeer sterk kunnen verschillen, waarschijnlijk door een combinatie van additionele genetische factoren en omgevingsinvloeden. Voor de clinicus betekent dit dat het moeilijk is bij een patiënt met XLA een prognose te geven.

J.W.M. van der Meer
Literatuur
  1. Meer JWM van der, Mouton RP, Daha MR, Schuurman RK. Campylobacter jejuni bacteraemia as a cause of recurrent fever in a patient with hypogammaglobulinaemia. J Infect 1986;12:235-9.

  2. Kerstens PJ, Endtz HP, Meis JF, Oyen WJ, Koopman RJ, Broek PJ van den, et al. Erysipelas-like skin lesions associated with Campylobacter jejuni septicemia in patients with hypogammaglobulinemia. Eur J Clin Microbiol Infect Dis 1992;11:842-7.

  3. Meer JWM van der, Weening RS, Schellekens PT, Munster IP van, Nagengast FM. Colorectal cancer in patients with X-linked agammaglobulinaemia. Lancet 1993;341:1439-40.