Griep vissen

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B479

artikel

Terwijl arbodiensten instructies geven aan bedrijven, werkgevers pillen inslaan en noodplannen maken, complotdenkers op het web de WHO, Obama en de farmaceuten aanklagen wegens verdenking van het verspreiden van virussen, fabrikanten van mondmaskers pas in oktober weer kunnen leveren, ziekenhuizen volstrekt nutteloze poli’s starten of speciale ingangen maken, huisartsenposten continuiteïtsplannen bij de IGZ inleveren, en commissies bedenken dat anderen zo’n 20 miljoen flaconnetjes moeten optrekken om 5 miljoen mensen te vaccineren, maak ik me druk over heel andere aspecten van de griep.

Tot nu toe zijn de mensen in mijn praktijk niet erg ziek; na een paar dagen zijn ze meestal weer beter. Die griep zelf is het probleem niet. Het probleem is dat mijn epidemiologische ‘pluis/niet pluis’-gevoel straks niet meer klopt en dat maakt me zenuwachtig.

Huisartsen kunnen hun werk goed doen omdat ze goed kunnen inschatten hoeveel ‘echt grote medische vissen’ er in hun vijver met zieken zitten. Dat zijn er gewoonlijk niet zoveel. Huisartsen zijn dus goed in het uitsluiten van ziekten. Door ons getrapte verwijssysteem zit de vijver van de specialist voller; de specialist is goed in het aantonen van ziekten. Wat is nu het probleem? Bij epidemieën klopt dat gevoel niet meer. Uit die vijver van gewone griep moet ik wel die ene patiënt met een pneumonie, meningitis of urosepsis vissen. Al die mensen zijn ook ziek, hebben ook koude rillingen, hoofdpijn en koorts en voelen zich ellendig, net als de gewone grieppatiënten, maar ze hebben straks de pech dat het druk is en dat hun klacht in het geroezemoes dreigt te verdwijnen.

Twee weken geleden was er op vrijdagmiddag om onnaspeurlijke redenen opeens paniek in de wijk: 30 telefoontjes over de griep – twee mogelijk echte griepgevallen, de rest had alleen vragen om informatie. Dat is nog wel te doen, maar wat moeten we als er straks werkelijk veel mensen bellen? De logische reflex is om bij grote drukte alle patiënten met koorts, hoesten, hoofdpijn en spierpijn per telefoon al te vertellen dat ‘het wel griep zal zijn’ en wellicht denken mensen dat zelf ook wel. Volgens de RIVM-regels mogen grieppatiënten niet naar de praktijk of de huisartsenpost komen, maar ik wil de kinderen die écht ziek zijn vaak toch even zien. Vaak weet ik na een minuutje al dat het ‘voor niks’ was, maar ik heb in al die jaren er zo toch wel mooi een aantal kindjes met een sepsis of meningitis uitgevist. Maar met heel veel visites op een dag gaat dat misschien niet lukken, zeker op de toch al overbelaste huisartsenposten niet, al hebben ze nog zo’n mooi continuïteitsplan.

Mijn grootste zorg is dus niet de griep, maar de kwaliteit van de triage, zowel bij de huisarts en de huisartsenposten als in het ziekenhuis. Want ook in het ziekenhuis kloppen de gevoelsmatige a-priorikansen straks niet meer. Over dit probleem hoor ik vrijwel niemand; het is natuurlijk ook niet in een protocol te vangen. Het enige wat we straks kunnen doen is bedenken dat het zo werkt en heel goed opletten. Het komt aan op het vakmanschap van de praktijkassistenten, huisartsen en poortartsen. En dat maakt het ook wel weer spannend.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dit artikel geeft de kern weer van een probleem waar we in toenemende mate mee te maken krijgen. Overheden signaleren een potentieel gezondheidsprobleem, willen zich maximaal indekken tegen de gevolgen daarvan om claims en klachten te voorkomen en treffen een aantal maatregelen die (schijn)zekerheid geven. Het advies om thuis te blijven bij hoofdpijn, koorts, keelpijn etc. omdat het wel de griep zal zijn, is, zeker bij immuungecompromitteerde patiënten een levensgevaarlijk advies.
In Groot-Brittanië is al een voorheen gezonde 17-jarige vrouw aan een streptococcensepsis overleden omdat ze te laat adequate hulp kreeg doordat ze, volgens de richtlijnen die de overheid ook daar gegeven had, niet gezien is door een arts, er in eerste instantie vanuit gegaan werd dat ze de griep had. Een aantal patiënten ervoeren hinderlijke bijwerkingen van de oseltamivir die ze bij voorbaat al voorgeschreven hadden gekregen, terwijl ze later geen griep bleken te hebben. Van oseltamivir is bewezen dat het de griepverschijnselen met één dag kan bekorten bij gezonde mensen. Het is niet bewezen dat dit middel de kans op complicaties vermindert bij de immuungecompromitteerde patiënten of kinderen. De effectiviteit van dit middel bij kinderen en immuungecompromitteerde patiënten is evenmin niet goed uitgezocht. Het is voor iedereen beter toe te geven dat de Mexicaanse griep tot op heden mild verloopt en dat er derhalve op dit moment nog geen maatregelen noodzakelijk zijn behalve de hygiène maatregelen die hoe dan ook goed zijn om in acht te nemen. Als het virus muteert, helpt wellicht de oseltamivir niet meer of het vaccin dat er tegen gemaakt is. We kunnen niet alles beheersen en voorkomen. Door deze richtlijnen te maken uit angst voor een tot op heden mild verlopende griep, maken we slachtoffers: patiënten die bijwerkingen ondervinden van (onterecht) gebruik van oseltamivir, patiënten die volgens de richtlijnen thuis moeten blijven, te laat door een arts gezien worden en slachtoffer worden van een andere infectieuze aandoening. Hierover verschijnen geen koppen in de kranten. De hele angst voor de Mexicaanse griep heeft al 700 miljoen Euro gekost. Het is de vraag of de genomen maatregelen  leiden tot significante reductie van de gevolgen van de Mexicaanse griep. Aan de andere kant moeten bezuinigingsmaatregelen getroffen worden in de gezondheidszorg die zeker nadelige effecten zullen hebben. Ik hoop dat we als beroepsgroep de moed op kunnen brengen om ons weren tegen maatregelen, richtlijnen tegen een (vermeende) ramp gebaseerd op aannamen zonder wetenschappelijke onderbouwing die schade toebrengen aan patiënten en maatschappij.

J.W. Baars, Internist AvL