Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Geen positief effect van preoperatieve oefentherapie en instructie bij patiënten die heupartroplastiek zullen ondergaan

Onderzoek
A.J. Wijgman
G.H.G. Dekkers
E. Waltjé
T. Krekels
H.J. Arens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:949-52
Abstract
Abstract
Sluiten
No positive effect of preoperative physical therapy and instruction of patients to be subjected to hip arthroplasty.

To evaluate the benefits of preoperative physical therapy and instruction of patients with primary coxarthrosis to be subjected to a total hip arthroplasty.

Setting

University Hospital Maastricht.

Design

Controlled trial.

Material and method

During 14 months the effects were mcasured of preoperative physical therapy and instruction of 64 patients divided into two populations; one group (n = 31) received preoperative instruction and physical therapy, the other did not (n = 33). Effects were measured with the Visual Analog Scale, the Harris Hip Score and the days patients could stand, walk, climb a stair and be discharged.

Results

The Harris Hip Score showed a significant difference (p < 0.05) favouring the instructed group on day 14 after the operation and at the moment the patients were discharged. The other parameters showed no significant differences between the groups. Differentation by age, gender and type of arthroplasty showed the same results.

Conclusion

Preoperative exercise and instruction is not useful for patients who in the near future will be treated with a total hip arthroplasty for primary coxarthrosis.

Samenvatting

Doel

Het nut beoordelen van preoperatieve instructie en oefentherapie bij patiënten met primaire coxartrose die behandeld worden met een totale heupartroplastiek.

Plaats

Academisch Ziekenhuis Maastricht.

Opzet

Gecontroleerd klinisch onderzoek.

Methode

Gedurende 14 maanden werd het effect gemeten van preoperatieve fysiotherapie en voorlichting bij 64 patiënten, verdeeld over 2 groepen; één groep (n = 31) kreeg pre-operatieve instructie en oefentherapie, de andere niet (n = 33). Effectmeting geschiedde met een visuele analoge schaal, de Harris-heupscore en de registratie van het moment van opstaan, lopen, traplopen en ontslag.

Resultaten

De Harris-heupscore gaf een significant verschil (p < 0,05) ten gunste van de geïnstrueerde groep op dag 14 en bij ontslag. Alle andere waarden gaven geen significant verschil. Differentiatie naar leeftijd, geslacht en heupsoort leverde hetzelfde beeld op.

Conclusie

Preoperatieve oefentherapie en voorlichting, zoals toegepast in dit onderzoek, is niet zinvol voor patiënten die een totale heupartroplastiek zullen ondergaan vanwege een aanwezige primaire coxartrose.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 19 1994

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:949-52
Vakgebied
Bewegingsapparaat
Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Amsterdam.

A.J.Wijgman, co-assistent, fysiotherapeut.

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedische Chirurgie, Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht.

G.H.G.Dekkers, co-assistent, fysiotherapeut; E.Waltjé, fysiotherapeut; dr.H.J.Arens, orthopedisch chirurg.

Maaslandziekenhuis, Sittard.

T.Krekels, fysiotherapeut.

Contact dr.H.J.Arens

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties