Gedragstherapie kan helpen bij chronische vermoeidheid

Illustratie van een lege batterij met een zittende vrouw erin
Lucas Maillette de Buy Wenniger
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:C5620

Mensen met ME/CVS kunnen baat hebben bij cognitieve gedragstherapie. Daarbij maakt het niet uit of patiënten wel of geen toename van klachten hebben na inspanning. Dat concluderen onderzoekers van onder andere het Amsterdam UMC uit een systematische review.

Voor het stellen van de diagnose ‘myalgische encefalomyelitis/chronischevermoeidheidssyndroom’ (ME/CVS) worden verschillende criteria gehanteerd. Een diagnostisch criterium waarover discussie bestaat, is ‘toename van klachten na inspanning’, ook wel ‘post-exertional malaise’ (PEM) genoemd. Niet alle onderzoeken hanteerden criteria waarin PEM vereist was voor het diagnosticeren van ME/CVS. Daardoor ontstond de vraag of cognitieve gedragstherapie met als doel de ernst van de klachten te verminderen nog wel aanbevolen kan worden voor mensen met ME/CVS die last hebben van PEM.

Onderzoekers van onder meer het Amsterdam UMC besloten daarom te kijken of verschillende specifieke patiëntgebonden eigenschappen als leeftijd, geslacht, ernst en aard van symptomen…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

In bovenstaand artikel wordt gesteld dat Cognitieve Gedragstherapie (CGT) niet alleen chronisch vermoeiden kan helpen, maar ook patiënten met Post Exertionele Malaise (PEM). PEM is een kerncriterium van ME/cvs. Twee van de auteurs zijn de grondleggers van de in dit artikel gepromote vorm van CGT. Zij hebben de afgelopen decennia een grote stempel op het onderzoek, de richtlijnen en behandeling van ME/cvs in Nederland gedrukt. Deze vorm van CGT is gebaseerd op een biopsychosociaal model waarin wordt veronderstelt dat verkeerd gedrag en verkeerde gedachtenpatronen ME/cvs in stand houden. Deze hypothese is echter nooit empirisch bewezen [1]. 

De in bovenstaand artikel aangehaalde meta-analyse veranderd daar mijn inziens niets aan. Het zijn niet-geblindeerde studies waarbij de conclusies geheel gebaseerd zijn op subjectieve resultaten. Daarnaast is de meta-analyse uitgevoerd op eigen onderzoek. Hierdoor zijn de onderzoeken zeer vatbaar voor bias (vooringenomenheid). Dit is een terugkerend probleem bij onderzoeken naar CGT. Vanwege problemen met bias beoordeelde het toonaangevende Britse NICE het bewijs voor 89% van de 172 onderzoeken naar CGT als “zeer laag” en overige 11% als “laag” [2]. De helft van de onderliggende studies van de meta-analyse maakten deel uit van deze analyse van NICE. 

Met de toename in biomedische onderzoek naar ME/cvs groeit de kloof tussen het biopsychosociaal model en de objectieve werkelijkheid. In tegenstelling tot wat de psychosomatische hypothese onder CGT veronderstelt, zijn er reproduceerbare biomedische afwijkingen aantoonbaar die de (instandhouding van de) klachten verklaren en de ernst van de ME/cvs kunnen kwantificeren. Ook is aangetoond dat het hier niet gaat om deconditionering. Inmiddels is verreweg het grootste deel van de wetenschappers, experts en patiënten overtuigd van de biomedische etiologie. Een kleine groep, waaronder de auteurs van deze meta-analyse, houdt vast aan het psychosomatisch model en de bijbehorende vorm van CGT.

Het idee dat patiënten met PEM hun symptomen kunnen verminderen door verhogen van hun activiteitenniveau en veranderen van hun veronderstelde dysfunctionele gedachten is mijn inziens schadelijk. Het veronderstelt immers, dat ze niet genoeg hun best hebben gedaan als ze niet beter worden. Terwijl uit de pathofysiologie blijkt dat zij er niets aan kunnen doen en dat beweging buiten de energie-envelop schade in het lichaam toebrengt [3]. Het toeschrijven van biomedische verklaarbare klachten aan verkeerde gedachtenpatronen en deconditionering kan resulteren in 'medical gaslighting' [1].

 

De Gezondheidsraad wijst in 2018 al op de grote controverse rondom CGT voor ME/CVS. Op Regelhulp.nl, een site van het VWS, wordt de therapie een niet-adequate behandeling genoemd. NICE concludeert dat er onvoldoende bewijs is om CGT bij ME/cvs te adviseren en stelt dat bij CGT niet mag worden aangenomen dat patiënten abnormale ziekteovertuigingen en -gedragingen hebben als onderliggende oorzaak van hun ME/CVS [2]. Zelfs de Reclame Code Commissie heeft zich uitgesproken dat CGT niet als volkomen veilig aangeprezen mag worden bij ME/cvs. Het is meer dan tijd om CGT voor mensen met PEM los te laten en het biomedisch paradigma te omarmen.

Literatuur

[1] Thoma, M.; Froehlich, L.; Hattesohl, D.B.R.; Quante, S.; Jason, L.A.; Scheibenbogen, C. Why the Psychosomatic View on Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome Is Inconsistent with Current Evidence and Harmful to Patients. Medicina 60, 83 (2024). https://doi.org/10.3390/medicina60010083

[2] National Institute for Health and Care Excellence (NICE), Royal College of Physicians; Myalgic encephalomyelitis (or encephalopathy)/chronic fatigue syndrome: diagnosis and management -NICE guideline;(2021) https://www.nice.org.uk/guidance/ng206 En https://www.nice.org.uk/guidance/ng206/evidence  onderdeel G vanaf tabel 8.

[3] Appelman, B., Charlton, B.T., Goulding, R.P. et al. Muscle abnormalities worsen after post-exertional malaise in long COVID. Nat Commun 15, 17 (2024). https://doi.org/10.1038/s41467-023-44432-3