Gebruikte termen voor 'voorbijgaande bewusteloosheid' op de Eerste Hulp; een inventarisatie

Onderzoek
R.D. Thijs
E. Granneman
W. Wieling
J.G. van Dijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1625-30
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de terminologie voor ‘voorbijgaande bewusteloosheid’ en vergelijking met Europese afspraken.

Opzet

Descriptief.

Methode

Bij statusonderzoek gedurende 8 weken op het Centrum Eerste Hulp van het Leids Universitair Medisch Centrum werden statussen geïncludeerd waarin sprake was van een kortdurend, niet-traumatisch bewustzijnsverlies en die herkend konden worden aan de hand van de termen ‘collaps’, ‘syncope’, ‘flauwvallen’, ‘wegraking’ en ‘insult’. De termen werden aan de hand van de statusvoering getoetst aan het begrippenkader van de Europese Cardiologenvereniging (ESC).

Resultaten

De prevalentie van diagnosen die pasten bij een kortdurend, niet-traumatisch bewustzijnsverlies op de Eerste Hulp was 2,9 (123/4300). De meest gebruikte termen waren ‘collaps’ (53), ‘insult’ (31), ‘wegraking’ (11), ‘flauwvallen’ (3) en ‘syncope’ (2). Het gebruik van ‘collaps’ kwam overeen met de ESC-categorie ‘syncope’ (n = 47), ‘transient loss of consciousness’ (TLOC) (n = 5), ‘geen TLOC’ (n = 9) of was niet-classificeerbaar (n = 4). De term ‘insult’ werd uitsluitend gebruikt in de context van epilepsie, en ‘syncope’ uitsluitend voor de ESC-categorie ‘syncope’. Het gebruik van de term ‘wegraking’ kwam overeen met de ESC-categorie ‘TLOC’ (n = 11), ‘epilepsie’ (n = 1) of was niet-classificeerbaar (n = 1). ‘Flauwvallen’ werd toegepast in de ESC-categorie ‘syncope’ (n = 3) of ‘geen TLOC’ (n = 1).

Conclusie

Het verdient aanbeveling de genoemde termen een specifieke betekenis te geven: reserveer ‘collaps’ voor een val zonder evidente externe oorzaak, ‘wegraking’ voor voorbijgaande bewusteloosheid zonder duidelijke oorzaak en ‘syncope’ voor een wegraking die berust op tijdelijke cerebrale hypoperfusie.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1625-30

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Neurologie en Klinische Neurofysiologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Hr.R.D.Thijs, assistent-geneeskundige; mw.E.Granneman, medisch student; hr.prof.dr.J.G.van Dijk, neuroloog-klinisch neurofysioloog.

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Interne Geneeskunde, Amsterdam.

Hr.dr.W.Wieling, internist.

Contact hr.R.D.Thijs (r.d.thijs@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties