de PROBAAT-studie*

Foleykatheter versus prostaglandine E2-gel voor inleiden van aterme baring

Onderzoek
Marta Jozwiak
Katrien Oude Rengerink
Jan Willem de Leeuw
Ben Willem J. Mol
K.W.M. (Kitty) Bloemenkamp
Marjan Benthem
Erik van Beek
Marja Dijksterhuis
Irene de Graaf
Marloes van Huizen
Martijn Oudijk
Dimitri Papatsonis
Denise Perquin
Martina Porath
Joris van der Post
Robert Rijnders
Liesbeth Scheepers
Marc Spaanderman
Mariëlle van Pampus
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4844
Abstract

Samenvatting

Doel

Het onderzoeken van de effectiviteit en veiligheid van een transcervicale foleykatheter ten opzichte van vaginale prostaglandine E2-gel voor inleiden van de aterme baring.

Opzet

Multicentrische, gerandomiseerde, open-label onderzoek in 12 Nederlandse ziekenhuizen in de periode 10 februari 2009-17 mei 2010.

Methode

Aterme vrouwen gepland voor inleiding met een eenlingzwangerschap in hoofdligging, staande vliezen en een onrijpe cervix (bishopscore < 6) werden middels een online-systeem gerandomiseerd tussen rijping van de cervix met een transcervicale foleykatheter dan wel met vaginale prostaglandine E2-gel. De primaire uitkomstmaat was sectio caesarea, secundaire uitkomstmaten waren maternale en neonatale morbiditeit en tijd van begin van de inleiding tot geboorte.

Resultaten

Er werden 824 vrouwen gerandomiseerd tussen foleykatheter (n = 412) en prostaglandine E2-gel (n = 412). Het percentage sectio’s was vergelijkbaar tussen de groepen (23 vs. 20%; RR: 1,13; 95%-BI: 0,87-1,47). Er werden in totaal minder kunstverlossingen vanwege foetale nood uitgevoerd in de groep met de foleykatheter (12 vs. 18%; RR: 0,68; 95-% BI: 0,49-0,95). De mediane tijd tot bevalling was langer (mediaan: 29 vs. 18 h; interkwartiele uitersten: 15-35 vs. 12-33). De maternale uitkomstmaten waren niet verschillend, behoudens minder patiënten met verdenking op maternale infectie durante partu in de groep met een foleykatheter (2 vs. 4%; RR: 0,41; 95%-BI: 0,17-0,98). Na inleiding met een foleykatheter werden significant minder neonaten opgenomen op de kinderafdeling (12 vs. 20%; RR: 0,60; 95%-BI 0,43-0,83).

Conclusie

Inleiden van de baring à terme met een foleykatheter leidt niet tot minder sectio’s dan inleiden met prostaglandine E2-gel, maar wel tot minder bijwerkingen.

Auteursinformatie

LUMC, afd. Gynaecologie en Obstetrie, Leiden.

Dr. M. Jozwiak, aios gynaecologie en obstetrie.

MSc K. Oude Rengerink, onderzoeker, epidemioloog, AMC Amsterdam.

Dr. J.W. de Leew, gynaecoloog, Ikazia ziekenhuis, Rotterdam.

Prof.dr. B.W. Mol, gynaecoloog, AMC, Amsterdam.

Dr. K.W.M. Bloemenkamp, gynaecoloog-perinatoloog, LUMC, Leiden.

MSc. M. Benthem, verloskundige, UMCG, Groningen.

Dr. E. van Beek, gynaecoloog, St Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein.

Drs M.G.K. Dijksterhuis, gynaecoloog, Amphia ziekenhuis, Breda.

Dr. I.M. de Graaf, gynaecoloog, Spaarne ziekenhuis, Hoofddorp.

Drs. M.E. van Huizen, gynaecoloog, HagaZiekenhuis, ’s-Gravenhage.

Dr. M.A. Oudijk, gynaecoloog, UMCU, Utrecht.

Dr. D.N.M. Papatsonis, gynaecoloog, Amphia ziekenhuis, Breda.

Dr. D.A.M. Perquin, gynaecoloog, MCL, Leeuwarden.

Dr. M. Porath, gynaecoloog, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven.

Prof. Dr. J.A.M. van der Post, gynaecoloog, AMC Amsterdam.

Dr. R.J.P. Rijnders, gynaecoloog, Jeroen Bosch ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch.

Dr. H.C.J. Scheepers, gynaecoloog, MUMC, Maastricht.

Prof.dr. M.E.A. Spaanderman, gynaecoloog, UMC st Radboud, Nijmegen.

Dr. M.G. van Pampus, gynaecoloog, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam.

* Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Lancet (2011;378:2095-103) met als titel ‘Foley catheter versus vaginal prostaglandin E2 gel for induction of labour at term (PROBAAT trial): an open-label, randomised controlled trial’. Afgedrukt met toestemming.

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 30 maart 2012

Auteur Belangenverstrengeling
Marta Jozwiak Niet beschikbaar
Katrien Oude Rengerink Niet beschikbaar
Jan Willem de Leeuw Niet beschikbaar
Ben Willem J. Mol Niet beschikbaar
K.W.M. (Kitty) Bloemenkamp ICMJE-formulier
Marjan Benthem Niet beschikbaar
Erik van Beek Niet beschikbaar
Marja Dijksterhuis Niet beschikbaar
Irene de Graaf Niet beschikbaar
Marloes van Huizen Niet beschikbaar
Martijn Oudijk Niet beschikbaar
Dimitri Papatsonis Niet beschikbaar
Denise Perquin Niet beschikbaar
Martina Porath Niet beschikbaar
Joris van der Post Niet beschikbaar
Robert Rijnders Niet beschikbaar
Liesbeth Scheepers Niet beschikbaar
Marc Spaanderman Niet beschikbaar
Mariëlle van Pampus Niet beschikbaar
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties