Foetale en neonatale ovariumcysten als toevalsbevinding bij echografie

Klinische praktijk
A.E. Donker
G. Bocca
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2577-81
Abstract

Dames en Heren,

Het gebruik van echografie als diagnostisch middel heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Een consequentie hiervan is een toename van toevallig gevonden afwijkingen, waarvan de klinische relevantie onduidelijk is. Een goed voorbeeld hiervan vormen de pre- en postnataal gediagnosticeerde ovariumcysten bij kinderen. Wij beschrijven twee zuigelingen met per toeval ontdekte cysteuze afwijkingen in de adnexen. Wij gaan in op het onderscheid tussen fysiologie en pathologie en illustreren dat een afwachtend beleid in de meeste gevallen gerechtvaardigd is. Echter, bij zeer grote of complexe cysten is therapeutische interventie noodzakelijk om complicaties te voorkomen.

Patiënt A, een 2,5 maand oud meisje, was als tweede van een gemelli geboren na een amenorroeduur van ruim 37 weken. Zij had een geboortegewicht van 1668 g (–3,5 SD). De oorzaak van de dismaturiteit was onduidelijk. De moeder was 28 jaar, zij rookte niet en gebruikte geen medicijnen. De zwangerschap was ontstaan…

Auteursinformatie

Máxima Medisch Centrum, afd. Kindergeneeskunde, Veldhoven.

Contact Mw.A.E.Donker, assistent-geneeskundige (g.bocca@bkk.umcg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties