Fluorescentie-in-situhybridisatie bij het onderzoek naar chromosomale afwijkingen

Klinische praktijk
J.M.N. Hoovers
C.H.M. Mellink
N.J. Leschot
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2265-8
Abstract

Samenvatting

- Klassieke cytogenetica heeft een laag oplossend vermogen en alleen delende cellen kunnen ermee worden geanalyseerd.

- Bij fluorescentie-in-situhybridisatie (FISH) wordt een DNA-fragment van een fluorescerende merkstof voorzien, waarna dit fragment in contact wordt gebracht met DNA van een patiënt. Het gekleurde fragment kan zich binden aan een overeenkomstig stukje, waardoor de aan- of afwezigheid hiervan zichtbaar wordt.

- Met behulp van FISH kan elke gewenste DNA-sequentie (van een heel chromosoom tot één gen) worden aangekleurd. Hiermee kunnen ook microdeletiesyndromen worden gediagnosticeerd, zoals het Williams-syndroom en het DiGeorge-syndroom, en submicroscopische chromosoomafwijkingen die een rol spelen bij verstandelijke handicaps.

- Met FISH kunnen ook niet-delende cellen worden geanalyseerd. Hierdoor is bijvoorbeeld snel onderzoek mogelijk van ongekweekte vruchtwatercellen op de meest voorkomende trisomieën of van foetale rode bloedcellen in het bloed van een zwangere vrouw. Ook kunnen tumorspecifieke breukpunten worden aangetoond.

- Met behulp van FISH op microarrays kunnen grote aantallen genen tegelijkertijd worden bestudeerd op de aanwezigheid van een bepaald aantal DNA-sequenties die verband houden met een klinische afwijking.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Klinische Genetica, Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Dr.J.M.N.Hoovers en dr.C.H.M.Mellink, klinisch cytogenetici; prof.dr. N.J.Leschot, klinisch geneticus.

Contact prof.dr.N.J.Leschot (n.j.leschot@amc.uva)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties