Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Fixatie van gelaats- en oorschelpprothesen met implantaten in schedelbot

Onderzoek
G.M. Raghoebar
R.P. van Oort
F.G. Dikkers
H. Reintsema
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:525-8
Abstract
Abstract
Sluiten
Fixation of facial and auricular prostheses with osseal implants in cranial bone

To evaluate the use of osseointegrated implants to fix facial and auricular prostheses.

Design

Retrospective.

Setting

University Hospital Groningen, the Netherlands.

Methods

Thirty patients were treated with Brånemark implants for fixation of auricular (21 patients) and orbital (9 patients) prostheses during May 1988-December 1995. The complications during the procedure, the success rate of the implants, skin reactions around the implants and patient satisfaction were recorded.

Results

A total of 97 implants were placed. One implant had to be removed after the healing period because it was loose. No other implants were lost during the follow-up period (mean 36 months; range: 12-91). The skin around the implants sometimes showed a mild reaction which could be adequately treated. In most of the cases no inflammation of the skin was observed. Retention, ease of handling and wearing comfort of the facial prostheses were excellent.

Conclusion

Fixation of facial and auricular prostheses can be improved by osseointegrated implants resulting in high patient satisfaction.

Samenvatting

Doel

Het evalueren van de ervaringen met de toepassing van enossale implantaten voor de fixatie van gelaats- en oorschelpprothesen.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Academisch Ziekenhuis Groningen.

Methoden

In de periode mei 1988-december 1995 werden 30 patiënten behandeld met (Brånemark-)implantaten voor de fixatie van hun oorschelpprothesen (21 patiënten) of orbitaprothesen (9 patiënten). De complicaties van de ingreep, het succespercentage van de implantaten, de conditie van de huid rondom de implantaten en de tevredenheid van de patiënt werden geëvalueerd.

Resultaten

In totaal werden 97 implantaten geplaatst. Bij het vrijleggen moest uiteindelijk 1 implantaat worden verwijderd dat loszat. Gedurende de follow-upperiode (gemiddeld 36 maanden; uitersten: 12-91) ging geen van de resterende 96 implantaten verloren. De milde huidreactie rondom de implantaten die soms werd gezien, kon in alle gevallen adequaat worden behandeld; meestal werd geen ontstekingsreactie van de huid gezien. Alle patiënten waren tevreden met de retentie, de hanteerbaarheid en het draagcomfort van de prothesen.

Conclusie

De fixatie van gelaats- en oorschelpprothesen op in het bot geïntegreerde implantaten is een betrouwbare en esthetisch zeer acceptabele methode voor de rehabilitatie van patiënten met gelaatsdefecten.

Artikelinformatie
Aanvaard op
In print verschenen in
week 10 1998

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:525-8
Vakgebied
Chirurgie
KNO
Kanker
Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Afd. Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde: dr.G.M.Raghoebar, kaakchirurg; dr.R.P.van Oort en dr.H.Reintsema, maxillofaciaal prothetici.

Afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde: dr.F.G.Dikkers, keel-, neus- en oorarts.

Contact dr.G.M.Raghoebar

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties