Farmacogenetica en de behandeling van verslaving

Klinische praktijk
Arnt Schellekens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5725
Abstract

Samenvatting

  • Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van wetenschap ten aanzien van genetische markers voor de effectiviteit van farmacologische behandeling voor verslaving.

  • In PubMed werd gezocht naar artikelen over farmacogenetica van verslaving. Deze zoekactie leverde 53 artikelen op, waarvan er 27 geschikt waren voor dit literatuuronderzoek.

  • De belangrijkste farmacogenetische bevindingen betreffen de behandeling van alcoholverslaving. Genetische variatie in de µ-opioïdreceptor (OPRM1) en de serotoninetransporter (5-HTTLPR) blijkt gerelateerd aan de behandeluitkomsten van respectievelijk naltrexon en ondansetron.

  • Genetisch bepaalde variatie in leverenzym CYP2D6 hangt samen met de effectiviteit van methadonbehandeling bij opiaatverslaafden.

  • Farmacogenetica kan de grote variatie in behandelresultaten tussen patiënten helpen verklaren. In de toekomst kan dit leiden tot een vorm van geïndividualiseerde geneeskunde, waarbij de keuze voor een behandeling mede wordt gebaseerd op genetische eigenschappen van een individuele patiënt. Farmacogenetische matching van naltrexon bij alcoholverslaafde dragers van het OPRM1-G-allel lijkt nu het meest veelbelovend.

Auteursinformatie

UMC St Radboud, afd. Psychiatrie, Nijmegen.

Contact Dr. A. Schellekens, psychiater (tevens: Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction) (arnt.schellekens@gmail.com)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 15 mei 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Arnt Schellekens ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties