Meer is niet altijd beter

Extra zuurstof bij acute ziekte

Onderzoek
A.J. (Jos) Kooter
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3893

Miljarden jaren geleden was onze atmosfeer zuurstofloos. Door fotosynthese van cyanobacteriën – de blauwalgen – steeg de zuurstofconcentratie tot 30%. Dat bleek iets te ontvlambaar. Door bosbranden daalde de hoeveelheid zuurstof, waarna het stabiliseerde rond een door de natuur gedicteerd ideaal percentage van 20%. De eerste medicinale toepassing van zuurstof vond plaats in 1885. Frederick Gable genas van een ernstige pneumonie, volgens zijn behandelaar dankzij de toediening van zuurstof. Sindsdien is zuurstof niet meer weg te denken uit het therapeutisch arsenaal van de dokter.

Risico’s van zuurstoftherapie

Zuurstof heeft als medicijn ook dosisafhankelijke bijwerkingen: meer zuurstof betekent meer vorming van radicalen en meer vasoconstrictie, wat bij inflammatie en ischemie ongewenste effecten zijn. Hyperoxemie gaat gepaard met een hogere kans op overlijden en er zijn steeds meer aanwijzingen dat zelfs bij patiënten met geringe hypoxemie zuurstoftoediening meer kwaad dan goed doet.1,2

Huidige praktijk

Patiënten met een myocardinfarct krijgen nagenoeg zonder…

Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie VUmc, afd. Interne Geneeskunde: drs. A.J. Kooter, internist.

Contact A.J. Kooter (jkooter@vumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
A.J. (Jos) Kooter ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Gerrit Albert
Mook

Het verbaast mij dat met geen woord aandacht wordt besteed aan de ODC. De diffusie van O2 wordt bepaald door de pO2 en niet door de SO2. Vanwege het vlakke deel van de ODC is bij een SO2 van bv. 95% de pO2 ongeveer 8 kPa. Dat is ruim voldoende voor de O2-voorziening in de weefsels, waar de pO2 doorgaans lager is dan de gemiddeld veneuze pO2 van 5,3 kPa. De arteriële pO2 moet bepalen of extra O2 nodig is.

Gerrit Mook, emeritus hoogleraar fysiologie

Hein
Janssens

Ter ondersteuning van het pleidooi voor terughoudendheid van zuurstof bij acute ziekte verwijs ik graag naar twee artikelen die hierover ook in het Gebu (voorheen Geneesmiddelenbulletin) verschenen:

Adriaens VIJ, van der Heide A. Zuurstoftoediening in acute situaties. Gebu 2015;49:39-45 (https://www.ge-bu.nl/artikel/zuurstoftoediening-in-acute-situaties)

Zuurstoftoediening bij acuut myocardinfarct. Janssens HJEM. Gebu 2018;52:34-35 (https://www.ge-bu.nl/artikel/zuurstoftoediening-bij-acuut-myocardinfarct)

Gebrek aan bewijs met risico op averechtse effecten rechtvaardigen niet het vaak 'heldhaftige' gebruik van zuurstof in acute situaties.

Hein Janssens, huisarts en hoofdredacteur Ge-Bu

Robert
Weenink

Geachte collega Kooter,

Dank dat u de moeite heeft genomen om de recente aanbevelingen over oxygenatie van kritiek zieke patiënten (Siemieniuk RA et al. BMJ 2018;363:k4169) onder de aandacht van het Nederlandse publiek te brengen. Er moeten ons twee dingen van het hart.

Ten eerste worden in het rijtje aandoeningen waarbij wel gehyperoxygeneerd dient te worden de duikongevallen vergeten. Bij zowel decompressieziekte als arteriële gasembolieën (die overigens ook iatrogeen kunnen worden veroorzaakt) dient de patiënt onverwijld 100% zuurstof te krijgen, in afwachting van spontaan herstel dan wel start van hyperbare zuurstoftherapie. Het zou zonde zijn als door al te strikte navolging van de richtlijn noodzakelijke zuurstof wordt onthouden aan een duikslachtoffer.

In de tweede plaats nemen wij de gelegenheid graag te baat om erop te wijzen dat de besproken richtlijn niet geldt voor geïntubeerde electieve chirurgische patiënten onder anesthesie. In deze patiëntencategorie is er bewijs dat hyperoxygenatie met 80% zuurstof leidt tot minder wondinfecties (De Jonge SW et al. BJA 2019;122:325-34), zonder dat er sprake is van schadelijke effecten (Mattishent K et al. BJA 2019;122:311-24).

Wij scharen ons achter het redactioneel commentaar bij uw artikel (Smulders Y. Ned Tijdschr Geneeskd 2019;163:B1609): laten we zuurstof beschouwen als elk ander medicijn. Dat wil zeggen: niet zonder reden geven, maar ook niet ten onrechte nalaten!

Dr. R.P. (Robert) Weenink, aios anesthesiologie, afdeling anesthesiologie, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam
Drs. S.W. (Stijn) de Jonge, PhD onderzoeker chirurgie, afdeling chirurgie, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam
Prof. Dr. R.A. (Rob) van Hulst, hoogleraar hyperbare- en duikgeneeskunde, afdeling hyperbare geneeskunde, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam
Prof. Dr. Dr. M.W. (Markus) Hollmann, hoogleraar anesthesiologie, afdeling anesthesiologie, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam

beste hr Weenink

Ik ben het geheel met u eens voor wat betreft de door u vermelde indicaties voor additioneel zuurstof. Ik denk dat er nog veel meer zijn, in die zin was de lijst van potentiele indicaties 'niet-limitatief', maar in strikte zin staat dat er niet. Omdat het stuk nogal vanuit internistisch motief is geschreven, ontbreekt een aantal indicaties (decompressieziekte zien wij hier niet en hetzelfde geldt voor wondinfecties). In die zin was het nog correcter geweest bij de lijst potentiële indicaties aan te geven, dat deze lijst niet-limitatief is.

Hartelijks, en dank voor uw reactie,

Jos Kooter, internist, Amsterdam UMC, locatie VU