Exogene beïnvloeding van voortplantingsstoornissen; meer vragen dan feiten

Klinische praktijk
G.A. Zielhuis
E.I.M. Florack
C.J.A. Roeleveld
P.C.M. Pasker-de Jong
J.E.M.C. Pellegrino
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1117-20

Inleiding

Er lijkt de laatste jaren sprake te zijn van een toenemende belangstelling voor de invloed van omgevingsfactoren op de voortplanting. In de dagbladen verschijnen regelmatig berichten over vermeende infertiliteit bij verschillende groepen arbeiders, over verhoogde frequentie van spontane abortus bij vrouwen die blootstaan aan bepaalde milieu-invloeden, over aangeboren afwijkingen als gevolg van het gebruik van sommige geneesmiddelen, etc. Ook in patiëntencontacten krijgen huisarts, gynaecoloog en kinderarts veelvuldig te maken met vragen naar het verband tussen omgevingskenmerken en het optreden van voortplantingsstoornissen. De Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP), betrokken bij erfelijke en (of) aangeboren afwijkingen, betoont zich zeer actief, onder andere door het instellen van een bijzondere leerstoel in de teratologie.1 Ook de overheid laat zich niet onbetuigd, getuige haar nota's betreffende teratogeniteit van chemische stoffen en preventie van aangeboren afwijkingen.23

De afdeling Teratologie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne vervult reeds jaren een stimulerende…

Auteursinformatie

Katholieke Universiteit, afd. Epidemiologie, Verlengde Groenestraat 75, 6525 EJ Nijmegen.

Dr.ir.G.A.Zielhuis, mw.ir.E.I.M.Florack, mw.ir.C.J.A.Roeleveld en mw.drs.P.C.M.Pasker-de Jong, epidemiologen; mw.J.E.M.C.Pellegrino, onderzoeksassistent.

Contact dr.ir.G.A.Zielhuis

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties