Eurothema's. Nederland door de ogen van een Poolse chirurg

Perspectief
J.M. Spanjer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:2256-8

‘Een vacuüm boven me en een onder me, stelt u zich dat eens voor’, verzucht de Poolse chirurg Andrzej Zbonikowski, één van de 40 Polen en Hongaren die dankzij de ‘Oost-Europa-pot’ de kans hebben gekregen 9 maanden te studeren op management-aspecten van de gezondheidszorg in een markteconomie.

Met ‘vacuüm’ wil Zbonikowski aangeven dat alle theoretische en praktische kennis die in Nederland is opgedaan, bij terugkeer niet zonder meer in vruchtbare bodem valt. De groep Polen maakt zich daarover zorgen en zint op manieren om via de Poolse pers en publiciteit en via politieke en bestuurlijke kanalen de ‘indrukwekkende’ ervaringen zo effectief mogelijk te benutten.

De Nederlandse regering heeft zeer snel gereageerd op de Oosteuropese omwentelingen in een democratischer richting. Er is geld beschikbaar gesteld voor korte, gerichte opleidingen hier, aangezien de Poolse regering te kennen had gegeven veel te voelen voor het Nederlandse stelsel van gezondheidszorg. Door de politieke en…

Auteursinformatie

Mw.drs.jur.J.M.Spanjer, Plantage Middenlaan 1, 1018 DA Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Utrecht, december 1990,

Met verbijstering hebben wij kennis genomen van het artikel van mw.Spanjer (1990;2256-8).

Dat een buitenlandse collega, nog maar enkele maanden werkzaam in Nederland, tot een aantal merkwaardige uitspraken over ons gezondheidszorgsysteem komt, is op zichzelf niet verbazingwekkend. Verbazingwekkend, ja verbijsterend, wordt het, wanneer die klakkeloos in een beschouwing in uw gezaghebbend wetenschappelijk tijdschrift worden opgenomen, en duidelijk niet als bladvulling. Wil een kritische beschouwing zin hebben, dan zal die toch op feiten moeten berusten dan wel daar enige relatie mee moeten hebben. De wijze waarop in dit artikel echter aan de Landelijke Specialisten Vereniging (LSV) wordt gerefereerd, mist iedere realiteit.

Voorbeelden:

‘... het steeds verder omhoog willen stuwen van de tarieven door de Landelijke Specialisten Vereniging’ en ‘... maar niettemin vragen de georganiseerde artsen het volgende jaar weer om een tariefsverhoging. . .’

A.W. Mulder

Eindhoven, november 1990,

Mw.Spanjer schrijft dat een Poolse collega het krankzinnig vindt dat complicaties van een operatie tot hogere tarieven leiden (1990;2256-8).

Ik wijs erop, dat dit bij de ziekenfondstarieven voor specialistische hulp niet het geval is. Het bedrag voor een verrichting is bedoeld voor de ‘volledige behandeling’, inclusief eventuele complicaties. Complicaties kunnen in het algemeen niet apart gedeclareerd worden.

R.P. Braat

Amsterdam, december 1990,

Mulder is verbijsterd over uitspraken van de Poolse chirurg Zbonikowski. Deze is speciaal naar ons land gekomen om te bekijken in hoeverre hij kan leren van de manier waarop in de gezondheidszorg met tarieven wordt omgegaan. De Poolse regering zou overwegen een systeem als het onze in te voeren. Daarnaast is hij in het bijzonder geïnteresseerd in de handhaving van de kwaliteit van de geboden zorg, de intercollegiale toetsing, de verwerking van fouten en dat alles in relatie met de financiële beloning.

Hij heeft zich gedurende zijn stage van in totaal 9 maanden in ons land kunnen verdiepen in deze zaken. Ontmoetingen met alle betrokken organisaties – onder meer Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg, Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing, Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen, Landelijke Specialisten Vereniging, Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, ministerie van WVC – en met veel collega's hebben de weergegeven indruk bij hem gevestigd.

M. Spanjer

Amsterdam, december 1990,

Wat betreft de reactie van Braat zou ik nog willen opmerken dat Zbonikowski met zijn neus bovenop de werkelijkheid heeft gestaan; hij heeft gezien dat dingen fout gingen; gevolgd hoe de declaratie tot stand kwam; besproken waarom de betrokken artsen deden wat zij deden; gemerkt dat van afdoende controle door de ziekenfondsen geen sprake kan zijn; gezien, kortom, hoe gemakkelijk de papieren werkelijkheid van de ziekenfondsen kan worden omgetoverd tot een eigen werkelijkheid.

M. Spanjer