Ernstige aorta- en tricuspidalisklepinsufficiëntie door gebruik van pergolide

– A 58-year-old woman with Parkinson’s disease was treated with high-dose pergolide for 10 years. After the addition of citalopram, a selective serotonin reuptake inhibitor, to treat an anxiety disorder, she developed cardiac decompensation that was most likely related to typical pergolide-related fibroproliferative abnormalities of the tricuspidal, aortic and mitral valves, without cardiomyopathy or coronary heart disease. The aortic and tricuspidal valves were replaced with prosthetics and pergolide was switched to ropinirol. At a control visit after one year, patient’s heart function was stable. Pergolide is an ergot-derived dopamine agonist used in the treatment of Parkinson’s disease and restless-legs syndrome. In 2002, it was first associated with heart-valve defects. Patients treated with pergolide should be monitored for clinical signs of heart-valve failure. If there is no evidence of heart-valve defects, then regular monitoring of cardiac function is indicated. In case of indications of heart-valve failure pergolide should be discontinued. In some cases the heart-valve abnormalitites are reversible.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:891-4

Samenvatting

Een 58-jarige vrouw met de ziekte van Parkinson werd sinds 10 jaar behandeld met hoge doses pergolide. Nadat patiënte vanwege een angststoornis begonnen was met citalopram, een selectieve serotonineheropnameremmer, kreeg zij decompensatio cordis die bleek te berusten op typische pergolide-gerelateerde myofibroblastaire proliferatieve afwijkingen aan de tricuspidalis-, aorta- en mitralisklep, zonder cardiomyopathie of coronairlijden. De aorta- en de tricuspidalisklep werden vervangen door prothesen en van pergolidemedicatie werd overgeschakeld op ropinirol. Bij controle een jaar na ontslag was patiënte cardiaal stabiel. Pergolide is een aan ergotamine verwante dopamineagonist die wordt gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson en het ‘restless legs’-syndroom. In 2002 werd het middel in verband gebracht met hartklepafwijkingen. Het is raadzaam bij patiënten die met pergolide worden behandeld, te letten op klinische manifestaties van hartklepfalen. Als er geen afwijkingen zijn, is periodieke controle van de hartfunctie geïndiceerd. Bij afwijkingen dient het gebruik van pergolide te worden gestaakt. In sommige gevallen zijn de afwijkingen reversibel.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:891-4