Erectie bij een kleuter door 'high flow'-priapisme: spoedgeval

Klinische praktijk
G.A. Donker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:538-41
Abstract

Samenvatting

Een gezonde jongen van 5 jaar werd bij de huisarts gebracht wegens sinds enkele dagen opgemerkt priapisme zonder overige klachten. Angiografisch onderzoek toonde een arterioveneuze fistel vanuit de linker A. dorsalis penis aan die succesvol geëmboliseerd werd. De diagnose luidde: ‘high flow’-priapisme. In de anamnese was een mogelijke oorzaak een val uit een schommel 2 weken voor de embolisatie. De doktersvertraging ontstond door onbekendheid met het zeldzame ziektebeeld; vanwege de kans op impotentia coeundi gaat het om een spoedgeval.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:538-41

Auteursinformatie

Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL), Postbus 1568, 3500 BN Utrecht.

Contact Mw.dr.G.A.Donker, huisarts en epidemioloog (g.donker@nivel.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, maart 2005,

In de casuïstiekbespreking van collega Donker (2005:538-41) valt mij op dat PubMed niet genoemd wordt als geraadpleegde zoekmachine. ‘Priapism’ and ‘child’ of ‘priapism’ met gebruik van leeftijdsgrenzen, levert snel veel informatie op. Als aanvulling van de differentiaaldiagnose zou ik sikkelcelanemie, -C-ziekte en -thalassemie willen noemen. Ook op de leeftijd van 5 jaar komt priapisme dan soms al voor, al stijgt de incidentie van het verschijnsel met de (kinder)leeftijd.1 Het sikkelcelgen komt ook voor bij niet-negroïde personen.

T.J. Herweijer
Literatuur
  1. Behrman RE, Kliegman RM, Jenson HB, editors. Nelson textbook of pediatrics. 17th ed. Philadelphia: Saunders; 2004. p. 1625.

Utrecht, maart 2005,

Ik dank collega Herweijer voor de nuttige aanvulling. Het woord PubMed werd niet genoemd in dit artikel, maar wel bedoeld in de volgende alinea van het artikel, die mijns inziens onverkort geldt: ‘De informatievoorziening van de huisarts is [...] een ander boeiend onderwerp. De Codex medicus kan een schat aan informatie bieden. De huisarts beschikt ook over nieuwere standaardwerken, maar wat heeft internet te bieden? De eerste geconsulteerde pagina – nota bene bestemd voor leken – gaf in feite de oplossing voor het probleem, namelijk dat priapisme kan leiden tot impotentie en dientengevolge met spoed behandeld dient te worden. Relevante vragen zijn dan ook hoe wij dit medium verder kunnen uitbouwen tot een voor clinici relevante en valide informatiebron en hoe de nascholing voor artsen het adequate gebruik van dit medium kan ondersteunen.’

PubMed is de betrouwbaarste informatiebron voor huisartsen en specialisten, maar aan adequaat gebruik van het medium voor clinici dient in nascholingen zeker nog de nodige aandacht besteed te worden. Door de veelheid van informatie die het gebruik van dit medium oplevert, kent het voor praktisch gebruik zijn beperkingen, zeker als stukken van de puzzel ontbreken, zoals in deze casus het waarschijnlijk causale trauma.

De aanvulling betreffende sikkelcelanemie in de differentiaaldiagnose is eveneens op zijn plaats, hoewel er in deze casus geen aanwijzingen voor waren.

G.A. Donker

Leiden, maart 2005,

Met verbazing heb ik gelezen op welke manier collega Donker (huisarts en epidemioloog, verbonden aan het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL)) en de haar omringende adviseurs anno 2005 hebben gezocht naar informatie over priapisme bij een kind (2005:538-41). Achtereenvolgens lees ik dat de Codex medicus (nota bene een uitgave uit 1971) werd geraadpleegd en een kindergeneeskundeboek. De kinderarts beloofde ’s avonds haar literatuur te zullen raadplegen. De boeken Pediatrics, Ziekten in de huisartspraktijk, Dermatologie en venereologie en Spoedeisende geneeskunde werden nageslagen. Met de zoekmachine Ilse werd na een week ‘de oplossing’ voor het probleem gevonden. Als ik de zoekactie op internet herhaal, kom ik uitsluitend bij irrelevante informatie voor leken over priapisme.

De schrijfster vraagt zich af wat internet te bieden heeft en ‘ . . . hoe wij dit medium verder kunnen uitbouwen tot een voor clinici relevante en valide informatiebron en hoe de nascholing voor artsen het adequate gebruik van dit medium kan ondersteunen.’

Het antwoord is simpel: lees het artikel van Deurenberg in de studenteneditie van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.1 Ofwel, ga op internet naar www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi. Vul in het venster de woorden: ‘priapism child*’ en ‘review’ in en u krijgt 60 zoekresultaten. Sommige publicaties gaan over zeldzame specifieke situaties, maar sommige artikelen zijn heel bruikbaar en melden hoe verdere diagnostiek kan worden gedaan en welke therapeutische mogelijkheden er zijn. De verkregen informatie is relevant en actueel. De zoekactie met het lezen van de resultaten duurt ongeveer een kwartiertje.

J.M.A. Mens
Literatuur
  1. Deurenberg HWJ. Literatuur zoeken op internet. [LITREF JAARGANG="2002" DEEL="3" PAGINA="100-2" ]Ned Tijdschr Geneeskd Stud 2002;5:100-2.[/LITREF]

Utrecht, maart 2005,

Ik dank collega Mens voor de reactie. Het pleidooi voor het gebruik van internet in de klinische praktijk sluit volledig aan bij het betoog in mijn artikel. De door Mens aangehaalde website, ook bekend als PubMed (en te vinden via www.pubmed.gov), werd eveneens bedoeld in het artikel, waar betoogd werd dat meer nascholing nodig is om hiervan in de klinische praktijk efficiënt gebruik te maken. Gelukkig wordt er op dit vlak ook steeds meer nascholing verzorgd en lijkt een publicatie hierover ook snel achterhaald. De beschreven casus maakt echter eens te meer duidelijk dat nog veel nascholing nodig is om deze bron van informatie in de dagelijkse klinische praktijk te integreren. Door de veelheid van informatie die PubMed verschaft (60 hits), leidt gebruik ervan niet altijd meteen tot de juiste beslissing. Dit geldt temeer als er elementaire schakels in de anamnese ontbreken, zoals bij deze casus het reeds vergeten ongeval. Bij de via PubMed gevonden artikelen zitten ook ziektebeelden die conservatief behandeld werden, hetgeen bij deze casus onjuist geweest zou zijn. De tijdsinvestering van een kwartier lijkt dan ook aan de magere kant, maar het gebruik van PubMed in de klinische praktijk ondersteun ik van harte.

G.A. Donker

Gembu, Nigeria, maart 2005,

Het artikel van collega Donker vond ik zeer interessant en leerzaam (2005:538-41). Graag zou ik een aanvulling willen maken wat de differentiaaldiagnose betreft. Het is bekend dat sikkelcelanemie priapisme kan veroorzaken,1 2 waarschijnlijk van het ‘low flow’-type. Werkzaam als chirurg in Nigeria, waar dit type anemie vaak voorkomt, heb ik deze complicatie zelf weliswaar niet gezien, maar ik kan me voorstellen dat met de toename van de allochtone bevolking in Nederland dit ziektebeeld meer gaat voorkomen. Van harte onderschrijf ik de conclusie dat priapisme een spoedgeval is.

W.R. Munting
Literatuur
  1. Clain A, editor. Hamilton Bailey’s demonstrations of physical signs in clinical surgery. 14th ed. Bristol: John Wright & Sons; 1967. p. 363.

  2. Behrman RE, Kliegman RM, Jenson HB, editors. Nelson textbook of pediatrics. 16th ed. Philadelphia: Saunders; 2000. p. 1480.