Epidurale spinale elektrische stimulatie bij perifere arteriële vaatziekte

Opinie
Th.J.M.V. van Vroonhoven
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:59-1

Zie ook het artikel op bl. 71.

Perifere arteriosclerose leidt in zijn meest ernstige vorm tot kritische ischemie van het been met rustpijn, al of niet in combinatie met gangreen, tot gevolg. En al blijkt het bij een aantal van deze patiënten alsnog mogelijk een aanzienlijke verbetering in de arteriële circulatie te bereiken door middel van een vaatreconstructie, toch blijft er helaas een groep patiënten over bij wie dat niet meer mogelijk is. Omdat ischemische rustpijn in het algemeen zeer ernstig is en zich niet of onvoldoende met analgetica laat bestrijden, is voor een dergelijke patiënt amputatie vaak onvermijdelijk.

Het verlies van een deel van het been betekent voor de patiënt een zware psychische belasting, terwijl hij bovendien in belangrijke mate van zijn omgeving afhankelijk wordt. Bovendien is het resultaat van revalidatie bij veel van deze doorgaans oudere patiënten gewoonlijk teleurstellend. Elke behandeling die tot behoud van het been zou…

Auteursinformatie

Sint Elisabeth Ziekenhuis, afd. Heelkunde, Postbus 90151, 5000 LC Tilburg.

Dr.Th.J.M.V.van Vroonhoven, chirurg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

F.T.M.
van den Bouwhuijsen

Druten, januari 1988,

Met verwondering heb ik de artikelen gelezen over epidurale spinale elektrische stimulatie (ESES) bij perifere arteriële vaatziekte en het mogelijk voorkómen van beenamputatie (1988; 59-60, 71-74), omdat fysiotherapeuten al decennia de beschikking hebben over niet-invasief te gebruiken elektrische apparatuur, waarbij via corresponderende dermatomen en myotomen perifere doorbloedingsstoornissen kunnen worden behandeld. Jörning et al. stellen een nogal belastende en dure therapie voor, terwijl de fysiotherapie over veel eenvoudiger en goedkopere behandelingsmethoden beschikt, die aantoonbare circulatieverbetering bewerkstelligen. In dit stadium spreken zij reeds over een ‘medisch geaccepteerde therapie’, terwijl de fysiotherapie in zowel de medische wereld als in de verzekeringswereld de grootste moeite heeft erkenning te verkrijgen voor de verschillende vormen van transcutane elektrische zenuwstimulatie (de zogenaamde ‘applicaties’). Het wekt verbazing dat met voorbijgaan aan bestaande elektrotherapievormen een operatieve vorm als een nieuw therapeuticum wordt gebracht.

De auteurs pleiten voor uitgebreider onderzoek naar ESES. Het zou mijns inziens aanbeveling verdienen eerst de onderzoeken naar de bestaande fysiotherapeutische behandelingsmethoden te bestuderen,1-19 alvorens ingrijpende epidurale therapievormen toe te passen.

F.T.M. van den Bouwhuijsen
Literatuur
  1. Abram SE. Increased skin temperature during transcutaneous electrical stimulation. Anesth Analg 1980; 59: 22.

  2. Carter F. Ultrareizstrom in der Ambulatorimpraxis. Elektromedizin 1960; 5: 22.

  3. Canosa F, Dooley DM, Boyle E. Vascular reactions to pre- and posttranscutaneous electrical stimulation of spinal cord and nerve roots. In: International symposium on external control of human extremitis, Dubrovnik 1978. Advances Electronics Automation 1978; 505-601.

  4. Edel H. Fibel der Elektrodiagnostik und Elektrotherapie. 3rd ed. Dresden, 1975.

  5. Hupka J. Veränderungen der Kapillardurchblutung des Wasenmuskels nach Applikation mancher Stromtypen. Zeitschrift Physiotherapie (Leipzig) 1981; 33: 421.

  6. Kaada B. Vasodilation induced by transcutaneous nerve stimulation in peripheral ischemia (Raynaud's phenomenon and diabetic polyneuropathy). Eur Heart J 1982; 3: 303-14.

  7. Kaada B. Promoted healing of chronic ulceration by transcutaneous nerve stimulation. Vasa 1983; 12: 262-9.

  8. Kaada B, Eielsen O. In search of mediators of skin vasodilation induced by transcutaneous nerve stimulation: 1-IV. Gen Pharmacol 1983; 14: nr. 6.

  9. Kaada B, Eielsen O. In search of mediators of skin vasodilation induced by transcutaneous nerve stimulation: 1-IX. Gen Pharmacol 1983; 15: nr. 2.

  10. Kimmel G, Edel H, Lubscher K. Behandlung von Triggerpoints (Schmerzpunkten) bei Patienten mit arteriellen Verschlusskrankheiten in Stadium II mit dem Reizstrom nach Träbert. Zeitschrift Physiotherapie (Leipzig), 1977; 29: 421.

  11. Owens S, Atkinson ER, Lees DE. Thermographic evidence of reduced sympathetic tone with transcutaneous nerve stimulation. Anaesthesia 1979; 50: 62-4.

  12. Pabst HW. Behandlung perpherer Durchblutungsstörungen mit frequenzmodulierten Impulsströmen. Archiv physikalische Therapie Balneologie Klimatologie 1960; 12: 357.

  13. Richlin DM, Carron H, Rowlingson JC, et al. Reflexsympathetic dystrophy: successful treatment by transcutaneous nerve stimulation. J Pediatr 1978; 93: 84-6.

  14. Schneider V, Thiele P, Edel H, et al. Physikalische Therapie arterieller Verschlusskrankheiten mit diadynamischen Strömen. Deutsches Gesundheitswesen 1972; 27: 59-64.

  15. Schnizer W. Die Beeinflussung der peripheren Durchblutung durch Kombination elektrotherapeutischer Stromformen. Zeitschrift Physische Medizin 1981; 10: 276-82.

  16. Schnizer W. Untersuchung zur Frage der transkutanen Wirkung des elektrischen Stromes auf das periphere Gefässsytem des Menschen. Zeitschrift Physische Medizin 1980; 9: 238-44.

  17. Sünram F, Lepthien HH. Der Ultrareizstrom. Zeitschrift Physische Medizin 1980; 9: 245-51.

  18. Stilz RJ, Carron H, Sanders DB. Case history # 96: Reflex sympathic dystrophy in a 6 year old: Successful treatment by transcutaneous nerve stimulation. Anesth Analg 1977; 438-43.

  19. Stralen CJC van, Wijn P van. Transcutane electrische prikkeling bij claudicatio intermittens. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie 1984; 94: 226-33.

Het commentaar van F.T.M.van den Bouwhuijsen over de belastende en dure therapie met ESES is voornamelijk gestoeld op literatuurverwijzingen waarin aangetoond zou zijn dat de door de fysiotherapeuten gebruikte behandelingen eveneens een aantoonbare circulatieverbetering bewerkstelligen. In de door hem verstrekte en de bij mij bekende literatuur is tot nu toe geen bewijs geleverd van een verbetering van de nutritieve huiddoorbloeding. Als grootheid wordt vaak de huidtemperatuur gebruikt, maar deze geeft slechts indirecte informatie over de thermoregulatieve stroom en niet over de nutritieve huiddoorbloeding.1

Een groot probleem bij het beoordelen van de resultaten uit literatuurgegegevens is de selectie van patiënten bij wie de therapie een verbeterde wondgenezing of-huiddoorbloeding zou geven. Zo blijkt uit het artikel van Kaada dat de transcutane zenuwstimulatie werd toegepast bij ulcera aan de onderbenen, waarvan er 4 als veneus ulcus cruris, 3 als decubitus, 1 als neuropathische ulcus, 1 als arteriosclerotisch ulcus en 1 als ulcus bij sclerodermie werden omschreven.2 Geen enkele diagnose is gestaafd met enige objectieve gegevens en soms wordt de behandeling met transcutane zenuwstimulering als succesvol beschreven als een huidtransplantatie op het ulcus aanslaat.

Bij onze patiënten ging het in alle gevallen om aantoonbare en angiografisch bewezen, ernstige en inoperabele obstructieve perifere vaataandoeningen aan voeten en tenen (uitslagen van angiografie, Doppler-onderzoek en fotoplethysmografie en microcirculatoire gegevens). Al onze patiënten hadden op grond van hun klinische verschijnselen een amputatie op korte termijn kunnen verwachten. In ons artikel hebben wij aan willen tonen dat met ESES mogelijk een beenamputatie voorkomen is kunnen worden. Bewijzen hebben wij niet. Hiervoor zal een prospectief gerandomiseerd onderzoek noodzakelijk zijn.

Er zal nog veel onderzoek gedaan moeten worden naar de werkingsmechanismen van niet-chirurgische behandeling van ernstige perifere vaataandoeningen. Niet alle bewijzen zullen kunnen worden verkregen met dubbelblind gerandomiseerd onderzoek. Prioriteiten voor verder onderzoek hebben naar ons idee behandelingsmethoden die in een oriënterend onderzoek bij een goed gedefinieerd en omschreven ziektebeeld hun waarde lijken te bewijzen en waarbij bovendien objectieve gegevens de werking van de behandeling ondersteunen.

P.J.G. Jörning
M.J.H.M. Jacobs
Literatuur
  1. Jacobs MJHM, Jörning PJG, Joshi SR, Kitslaar PJEHM, Slaaf DW, Reneman RS. Epidural spinal cord electrical stimulation improves microvascular bloodflow in severe limb ischemia. Ann Surg 1988; 207: 179-83.

  2. Kaada B. Promoted healing of chronic ulceration by transcutaneous nerve stimulation. Vasa 1983; 12: 262-9.