Endovasculaire stentplaatsing als behandeling bij iliacaal vaatlijden

Klinische praktijk
E. Tetteroo
A.D. van Engelen
Y. van der Graaf
W.P.Th.M. Mali
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:160-4
Abstract

Samenvatting

- Een stent is een endovasculaire prothese die kan worden toegepast bij de behandeling van claudicatio intermittens op basis van afwijkingen van de A. iliaca communis en de A. iliaca externa, indien voorafgaande ballondilatatie onvoldoende effect heeft.

- De ontplooiing berust op inflatie van een angioplastiekballon (plastische vervorming; Palmaz-stent) of op zelfexpansie, op basis van elastische vervorming zoals bij de Wall-stent of op basis van thermischgeheugenmetaal zoals bij de Memotherm-stent.

- Evaluatie van de literatuur wijst uit dat stentplaatsing een veilige behandelmethode is. Het initieel technisch succespercentage lijkt hoger dan dat van ballonangioplastiek, vooral bij de behandeling van totale occlusies. De hemodynamische situatie direct na behandeling lijkt eveneens gunstiger in geval van stentplaatsing.

- Vergelijking van de klinische effectiviteit op lange termijn is niet goed mogelijk omdat in de gepubliceerde onderzoeken patiëntenpopulaties, indicatiestelling en succescriteria verschillen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Afd. Radiologie: dr.E.Tetteroo en A.D.van Engelen, assistent-geneeskundigen; prof.dr.W.P.Th.M.Mali, radioloog.

Julius Centrum voor Patiëntgebonden Onderzoek: mw.dr.Y.van der Graaf, arts-epidemioloog.

Contact dr.E.Tetteroo

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rijswijk, januari 2000,

Tetteroo et al. geven in hun artikel over endovasculaire stentplaatsing bij iliacaal vaatlijden een korte historische verklaring van het eponym ‘stent’ (2000:160-4). Hierin zijn helaas enkele fouten en onduidelijkheden geslopen. De stent dankt zijn naam niet aan de Engelse tandarts Charles Robert Stent (1845-1901), maar aan diens vader Charles Thomas Stent (1807-1885), die eveneens tandarts was en lang voor de vorige eeuwwisseling het bedoelde afdrukmateriaal voor tandartsen uitvond.1 In 1857 werd het afdrukmateriaal van Stent al geroemd door de befaamde tandarts Sir John Tomes. Door de Nederlandse pionier in de plastische chirurgie J.F.S.Esser, die naast zijn geneeskundige studie zich ook verdiepte in de tandheelkunde, werd het stentmateriaal tijdens de Eerste Wereldoorlog voor geheel andere doeleinden gebruikt, namelijk om holten met huidtransplantaten te bekleden. Deze methode werd bekend onder de naam ‘Esser-inlay’ of ‘splitskingraft inlay’.2 De vele toepassingen daarvan werden in 1940 in een apart boek met dezelfde naam uitvoerig beschreven. Het is verder onduidelijk wat bedoeld wordt met de zinsnede dat het materiaal gebruikt werd bij de ‘wondgenezing van huidtransplantaten’. Er werd namelijk een met huid beklede stent gebruikt met de epidermale zijde van het transplantaat naar de stent gericht en de dermale zijde naar buiten; deze stent kon vervolgens in een holte worden geplaatst om bijvoorbeeld een intraoraal tekort aan slijmvlies aan te vullen of een nieuwe buccale sulcus te formeren. Met het afdrukmateriaal kon men exact de maat nemen van de holte die bekleed moest worden. Nadat het huidtransplantaat was aangeslagen, werd de stent weer verwijderd. Ook bij verbrande oogleden met ernstige contracturen werd deze techniek succesvol gebruikt. Het was een eenvoudige en zekere methode, die door Esser vrijwel tegelijkertijd in het Engels en in het Duits werd gepubliceerd, waardoor ze aan beide zijden van het front werd gebruikt.

B. Haeseker
Literatuur
  1. Mulliken JB, Goldwyn RM. Impressions of Charles Stent. Plast Reconstr Surg 1978;62:173-6.

  2. Esser JFS. Neue Wege für chirurgische Plastiken durch Heranziehung der zahnärztlichen Technik. Bruns Beitr Klin Chir 1916;103:547-55.