Een zebra op de stoep?

Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:B2271

artikel

De meesten van ons zullen het herkennen: atypische presentaties van frequent voorkomende aandoeningen komen vaker voor dan typische presentaties van zeldzame aandoeningen. Ook wel anders geformuleerd: wanneer we op de stoep van onze praktijk hoefgetrappel horen, dan kán het natuurlijk een zebra zijn, maar een paard is toch vele malen waarschijnlijker. Vooral huisartsen zullen dit tegenkomen: iets lijkt op het eerste gezicht heel bijzonder, maar blijkt achteraf toch gewoon een veelvoorkomende kwaal (D1850). De voorafkansen op een aandoening bepalen dan ook in belangrijke mate ons denken en doen. Het maakt dat huisartsen doorgaans wat terughoudender zijn met aanvullend onderzoek en niet direct op zoek gaan naar exotische diagnoses. Vooral de tijd helpt dan om het vaak onschuldige karakter van een alledaagse kwaal tot uiting te laten komen.

Het lastige is echter dat er tussen al die paarden soms toch echt een zebra loopt. Jesse de Groot en zijn collega’s beschrijven er eentje: het Lisfranc-letsel (D7481). In dertig jaar nog nooit gezien… Of altijd gemist? Het lijkt een gewoon struikeltrauma, zoals we er vele zien tijdens een dienst op de huisartsenpost. Vrijwel altijd een distorsie, maar soms ook niet. Een plantair hematoom moet alarmeren.

‘Verschil in vóórkomen van ziekte beïnvloedt het beleid’

Zeldzaam is natuurlijk relatief. Een zebra die door de huisarts verwezen wordt verliest zijn strepen en wordt in de tweede lijn vaak gewoon een paard. Maar ook daar lopen zebra’s rond. Olivier Jaquet en zijn collega’s beschrijven het lacertussyndroom dat moeilijk te onderscheiden is van het veel vaker voorkomende carpaletunnelsyndroom (D7311). Het vraagt echter wel om een heel andere behandeling.

En om het nog wat ingewikkelder te maken: voorafkansen beïnvloeden niet alleen onze klinische inschatting, maar bepalen ook hoe sterk een testuitslag wijst op de aandoening waarnaar we op zoek zijn. Eenzelfde testuitslag kan in de huisartsenpraktijk dus een andere betekenis hebben dan op een specialistische polikliniek.

De wat exceptionele casuïstiek in dit nummer leert ons dat we alert moeten blijven, ook wanneer iets zo gewoon lijkt: aandachtig luisteren, goed kijken en zo nodig nog eens luisteren en kijken. Het laat vooral zien dat het verschil in vóórkomen van ziekten tussen eerste en tweede lijn terecht resulteert in een ander beleid. Het maakt tenslotte uit of je werkt in Artis, Blijdorp of op de lokale kinderboerderij.

Auteursinformatie

Contact Wim Opstelten (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties