Een scheef gezicht; het belang van de familieanamnese bij kinderen en jongeren met een recidiverende perifere aangezichtsverlamming

Klinische praktijk
M.A. Wit
J.B.M. de Vos-van de Biezenbos
J.R. de Boer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:364-6
Abstract

Samenvatting

Een 18-jarig meisje had sinds een aantal weken een hangende mondhoek links; ook kon zij haar linker oog niet sluiten. Deze klachten verbeterden geleidelijk en spontaan. Een soortgelijke periode had zij 2 jaar tevoren doorgemaakt; toen ging het om haar rechter gelaatshelft. Ook familieleden hadden dergelijke episoden. Na het uitsluiten van lymeborreliose en een brughoektumor werd de diagnose ‘idiopathische familiaire perifere aangezichtsverlamming’ (IFPFP) gesteld. Perifere aangezichtsverlammingen worden regelmatig bij kinderen of jongvolwassenen gezien. Bij deze groep patiënten is het afnemen van een familieanamnese zinvol. Bij 2,4 tot 28,6 van de patiënten met een perifere facialisparese is er een positieve familieanamnese. Indien andere symptomen ontbreken, moet de diagnose ‘IFPFP’ overwogen worden. De prognose van patiënten met deze aandoening is gunstig en behandeling kan in de meeste gevallen achterwege blijven.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:364-6

Auteursinformatie

Martini Ziekenhuis, Postbus 30.033, 9700 RM Groningen.

Afd. Neurologie: mw.M.A.Wit, coassistent; mw.J.B.M.de Vos-van de Biezenbos, neuroloog.

Afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde: hr.J.R.de Boer, kno-arts.

Contact mw.M.A.Wit (m.a.wit@student.rug.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties