Een positieve benadering van het obstructieve-slaapapnoesyndroom

Klinische praktijk
M.H.W. Strijbos
P.J.E. Vos
H.Th.M. Folgering
J.J. Manni
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:2121-3

Dames en Heren,

Wij willen u 2 patiënten voorstellen met het obstructieve-slaapapnoesyndroom.1-12 De ziektegeschiedenissen zullen laten zien dat het klachtenpatroon van de patiënt bij het stellen van de diagnose karakteristiek is. De diagnose wordt bevestigd door een registratie van de nachtslaap (tabel 1). Wat betreft de therapie kan een onderscheid worden gemaakt tussen een niet-conservatieve, zo men wil chirurgische behandeling, en een conservatieve behandeling (tabel 2). De meest besproken chirurgische behandeling op dit moment is de uvulopalatofaryngoplastiek. De literatuur vermeldt bij deze operatie een verdwijnen of duidelijke verbetering van het obstructieve-slaapapnoesyndroom bij ongeveer 60 van de patiënten, met een normalisering respectievelijk objectieve verbetering van de gemiddelde zuurstofsaturatie tijdens de nacht. Bij de patiënten met uitsluitend luid habitueel snurken zonder nachtelijke desaturatie-episoden is de operatie bij 80-90 succesvol.13-16

De conservatieve behandeling omvat onder andere diverse ‘slaaphygiënische’ maatregelen, gewichtsreductie bij overgewicht en sinds enige jaren de behandeling met…

Auteursinformatie

Sint-Radboudziekenhuis, Kliniek voor Keel-, neus- en oorheelkunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

M.H.W.Strijbos, assistent-geneeskundige; dr.J.J.Manni, keel-, neus-en oorarts.

Universitair Longcentrum, Medisch Centrum Dekkerswald, Longfunctielaboratorium, Heilig Landstichting.

Mw.P.J.E.Vos, assistent-geneeskundige; dr.H.Th.M.Folgering, klinisch fysioloog.

Contact M.H.W.Strijbos

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties